Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Daniel WYTTENBACH

betekenis & definitie

(Albert), Nederlands klassiek philoloog en filosoof (Bern 7 Aug. 1746 Oegstgeest 17 Jan. 1820), werd in 1771 hoogleraar in de oude talen en filosofie aan het Remonstrants Seminarium te Amsterdam, in 1779 hoogleraar in de filosofie (in 1785 in de oude talen, geschiedenis en welsprekendheid) aan het Athenaeum aldaar en was van 1798-1817 hoogleraar in de oude talen en filosofie (tevens bibliothecaris) te Leiden. Zijn hoofdwerk is de uitgave van de Moralia van Plutarchus in 14 dln (6 dln verschenen, 1795-1810).

Als filosoof was hij een leerling van Chr. Wolff en een heftig tegenstander van Kant; de verbreiding van diens denkbeelden in Nederland heeft hij zoveel mogelijk tegengewerkt.Bibl.: Disputatio de unitate Dei (Amstelodami 1780, tegen Kant); Praecepta philosophiae logicae (Amstelodami 1781, herdr. tot 1823); (Amstelodami 1794, 4de dr. 1829); Opuscula selecta, 2 dln (I820-’28); Opuscula varii argumenti, 2 dln (1821) ; Epistolae selectae, 3 dln (Gandavi 1829-’30).

Lit.: G. L. Mahne, Vita D. Wyttenbachii (1825, herdr. 1833) ; G. Prantle, D. W. als Gegner Kants, in: Sitzungsber. d.

Münch. Akad. der Wiss. (1877) ; M. Heinz, in: Allg. Deutsche Biographie XLIV (1898); J. Slijper, in: Nieuw Ned. Biogr.

Woordenboek I (1910) ; Gedenkboek v. d. Univ. v. Amsterdam (1932), Aanhangsel.

< >