(1) of aantasting van vaste stoffen door de omgeving waarin ze verkeren, omvat de begrippen roesten en verweren. Het laatstgenoemde begrip is door het spraakgebruik vnl. beperkt tot gesteenten, die aan de lucht verweren.
Het roesten beperkt zich tot het bederf van ijzer en staal aan de lucht. Het woord corrosie heeft zich in de practijk wel beperkt tot de aantasting van metalen, maar is veel ruimer dan roesten, daar het ook de aantasting van alle niet ijzermetalen en hun alliages omvat. Roesten vormt dus een onderdeel van corrosie. De corrosie der metalen veroorzaakt enorme verliezen.
Men schat dat er alleen door de corrosie van ijzer en staal jaarlijks voor een waarde van zeer veel millioenen guldens verloren gaat.De meeste metalen komen in de natuur niet vrij voor, doch in de vorm van oxyden of zouten, die dus op aarde de meest stabiele vormen zijn. De vrije vorm der metalen en hun alliages, zoals wijze als ijzer, staal, lood, zink, koper, brons, enz. kennen, vertegenwoordigen dus een minder stabiele vorm, die zich, vooral met behulp van zuurstof en water uit de omgeving, in de meer stabiele vormen tracht om te zetten. Het ijzerroest is bijv. een stof, die in samenstelling met sommige ijzerertsen overeenkomst vertoont.
De voornaamste stoffen, die bij de corrosie op metalen inwerken, zijn: water, zuurstof, zwakke zuren als koolzuur, zwavelwaterstof en humuszuren, zouten (vooral chloriden) en ten slotte zwaveldioxyde en stikstofoxyden, die door fabrieksschoorstenen de atmosfeer verontreinigen. Corrosie kan ten slotte tot volkomen verwoesting van het metaal leiden.
De verklaring van het corrosieverschijnsel ligt in hoofdzaak op electrochemisch gebied. Ieder verschil van fysische of chemische aard tussen twee punten van hetzelfde of verschillende, geleidend verbonden, metaaloppervlakken, geeft aanleiding tot potentiaalverschillen tussen die twee punten, waardoor zich een galvanisch elementje vormt, waarbij een der punten (polen) in oplossing gaan, waarbij het metaal dus wordt aangetast.
Dit eenvoudige proces wordt echter door vele omstandigheden gecompliceerd. De passiviteit der metalen, de vorming van dunne vloeistoflagen (films) op het metaal, metaaloxydatie bij hoge temperaturen, de invloed van vochtige en verontreinigde lucht, zuurstofabsorptie, de invloed van druk en spanning op het materiaal, de invloed van contact met andere metalen, van putten in het metaal enz. zijn allemaal factoren, die de theorie der corrosie hebben doen uitdijen tot een omvang die zich niet meer bevredigend in een artikel voor de Encyclopaedie laat weergeven.
Er zijn verschillende methoden om de metalen tegen corrosie te beschermen en die natuurlijk variëren met het speciale geval van corrosie, dat men onder handen krijgt. Er zijn stoffen, die aan water toegevoegd, de corroderende werking daarvan vertragen of zelfs doen verdwijnen, zoals bijv. olie-emulsies. Voorts kan men langs chemische of electrochemische weg een beschermende dunne laag op het metaal vormen, waardoor dit tegen corrosie wordt beschermd. Men kan het metaal beschermen met behulp van verflagen of met email (badkuipen) en ten slotte kan men de metalen beschermen door ze met een laag van een ander metaal te bedekken, hetgeen door indopen, door spuiten en langs galvanische weg kan geschieden.
IR DR A. KOREVAAR
Lit.: U. R. Evans, Metallic corrosion passivity and protection, 2nd ed. (London 1946).
(2, geologie). Door A. Grund is voorgesteld deze term in de geologie uitsluitend te gebruiken in de betekenis van scheikundige aantasting (oplossing) van gesteenten. Vroeger werd dit woord ook wel gebruikt om de afknagende werking van een rivier door middel van het meegevoerde puin aan te duiden, wat beter met corrasie wordt betiteld erosie).