Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CONTRESCARP

betekenis & definitie

heet in de vestingbouw het al of niet met een muur beklede talud aan ’s vijands zijde van de hoofdgracht van een vestingwerk. (De zijde van de verdediger heet escarp, afgeleid van het Italiaanse woord scarpa = schoen of schoeiing, dus contrescarp = „tegenschoeisel” bij Stevin). Dikwijls wordt echter onder contrescarp verstaan niet alleen dat talud, maar tevens de bedekte weg en het glacis.

Zo kan men lezen dat bij een beleg de vijand de contrescarp aanviel en zich daarin vastzette of „logeerde”. Bij droge grachten, in hoog terrein, is de bekledingsmuur van het contrescarptalud dikwijls voorzien van zgn. contrescarpgalerijen of koffers (z caponnière). Te Maastricht zijn deze galerijen nog aanwezig in de Dumoulinse fronten en het fort Willem I.