Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CLIËNT

betekenis & definitie

van Lat. diens (= horende, gehoorzamende, of ter bescherming op iemand leunende) heette te Rome degene, die zich onder bescherming had gesteld van iemand uit een der aanzienlijke geslachten (gentes), waartoe ook de cliënt behoorde en aan wier plechtigheden (sacra) hij deelnam; de beschermer heette patronus. Cliënten zijn vermoedelijk:

a. onderworpenen, die met hun land onder de gentes werden verdeeld;

b. vrijgelaten slaven, die zich onder de bescherming van hun vroegere meester stelden;

c. anderen, vooral vreemdelingen, die steun zochten bij een aanzienlijke. De patronus beschermde de cliënt voor de rechtbank, daartegenover volgde de cliënt hem in de oorlog, stemde op hem bij verkiezingen, gaf hem geld voor het betalen van boeten, het huwelijk van zijn dochter en andere gelegenheden. De cliënt mocht niet als aanklager tegen zijn patronus optreden, noch deze tegen hem. Allengs verdween de afhankelijkheid der cliënten van hun patroons, daar zij volledige rechtsbevoegdheid verwierven: tegen het einde der republiek had zij een zuiver maatschappelijk karakter gekregen.

Aanzienlijken omringden zich nl. gaarne met vele cliënten, wie zij voedsel en kostgeld gaven, en die des morgens hun opwachting bij hen maakten. Thans geeft men de naam van cliënt aan degene, die de bescherming zoekt van een rechtsgeleerde en aan deze het bepleiten van zijn zaak opdraagt.

< >