Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHARENTE-MARITIME

betekenis & definitie

(tot 1941) of Charente-Inférieure genoemd, dep. in Z.W.-Frankrijk, bestaande uit Aunis en gedeelten van Saintonge en Poitou, telt op 7232 km2 (1946) 416 187 inw. De bodem bestaat in hoofdzaak uit krijtkalk, die langs de Gironde tot aan Royan een klifkust vormt.

Verder noordwaarts ligt voor de kust een moerassige zone (Marais). De Charente met de zijrivieren Boutonne en de Seugne, alsmede de Seudre vormen de voornaamste rivieren. Het voornaamste bestaansmiddel wordt gevormd door de veehouderij en de zuivelindustrie, die hier coöperatief is georganiseerd. Surgères heeft een caseïnefabricage, die o.m. galaliet levert : ook is hier de École Nationale de Laiterie gevestigd.

Ook Baignes in het Z. is een centrum van de zuivelindustrie. De akkerbouw verbouwt, afgezien van tarwe op de kalkgronden van Aunis, vooral haver, voederbieten, suikerbieten (Aunis) en voederkool. Daarentegen is de wijnbouw hier sterk verminderd (1866: 130000 ha; 1936: 54000). Hij heeft zich in het Z. het best gehandhaafd, doch is zo goed als verdwenen in de omgeving van la Rochelle en Rochefort.

De moerassige kuststreken zijn voor een deel door Hollanders drooggelegd; zij leveren, evenals in de 14de eeuw, nog steeds zout (la Seudre, Brouage), terwijl er verder oestercultuur is (Marennes, la Tremblade); Royan en la Tremblade zijn badplaatsen. Saintes, Rochefort en la Rochelle, de hoofdstad, zijn de grootste steden in dit dep.PROF. DR H. J. KEUNING

Lit.: Re verse au, Les industries laitières dans les Charentes. Ann. de Géogr. (1925)

< >