Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHAMBRE

betekenis & definitie

(Frans: kamer, ook in de betekenis van gerechtshof of vertegenwoordigend lichaam) kent men in de samenstellingen:



Chambre arderte
(brandende kamer), Frans buitengewoon gerechtshof, dat berucht was om zijn hardvochtige vonnissen — meestal de brandstapel — in de 16de en 17de eeuw. Het werd meestal tegen Protestanten gebruikt en in 1682 opgeheven;



Chambre civile
is een gerechtshof voor burgerlijke zaken;

Chambre de commerce is handelsrechtbank;

Chambre criminelle, rechtbank voor strafzaken;

Chambre des députés (Kamer van afgevaardigden) heette de Franse Tweede Kamer van 1814-1848 en van 1875-1940;

Chambre introuvable (onvindbare kamer, kamer zoals er geen tweede bestaat) was de spotnaam, door Lodewijk XVIII gegeven aan de Tweede Kamer van 1815-1816, omdat de ultra-royalisten (de meerderheid) erin voor ministeriële verantwoordelijkheid en kiesrechtuitbreiding opkwamen, terwijl de liberalen (de minderheid) de rechten van de koninklijke regering verdedigden. De ultra’s, die dus „plus royalistes que le roi” waren, namen deze vreemde houding aan, omdat zij het ancien régime herstellen wilden en de koning en zijn minister, de hertog van Richelieu, inzagen dat dit niet ging (zie: S. Charléty, La restauration (dl IV van La visse, Hist. de France contempor. 1921);

Chambre des pairs (kamer van gelijken) was van 1815-1848 de Franse Eerste Kamer of beter Hogerhuis, omdat er erfelijke edelen in zaten, door de koning als zodanig aangewezen.

Chambres de réunion

(Frans: Kamers van hereniging) was de naam van de rechtbanken, die Lodewijk XIV van Frankrijk in 1679 en 1680 te Metz, Breisach, Doornik en Besançon instelde, om de aanspraken te onderzoeken, die de koning op een groot aantal landstreken in het Duitse rijk en de Spaanse Nederlanden, als pertinentie- en dependentiestukken en lenen van de bij de vredes van Munster, van de Pyreneeën, van Aken en Nijmegen aan Frankrijk afgestane landschappen, steden en bisdommen, deed gelden. Op grond van haar beslissingen werden vele plaatsen met Frankrijk „gereünieerd” en talrijke vorsten en graven, in 1681 ook Straatsburg en in 1684 Luxemburg, gedwongen, zich aan de Franse Kroon te onderwerpen. Doordat Spanje en het Duitse rijk te zwak waren, handhaafde Lodewijk XIV de meeste „réunions”, eerst bij de wapenstilstand van Regensburg (1684) en daarna bij de vredes van Rijswijk ( 1697) en Baden (1714).

DR j. s. BARTSTRA

Lit.: E. Bourgeois, Louvois et Colbert de Croissy. Les Chambres de réunion (Rev. hist. 1887); G. Zelle, Louvois, Colbert Croissy et les réunions de Metz (Rev. hist. 1919); G.

Bardot, La question des dix villes impériales d’Alsace 1648—’80 (Lyon 1899); H. von Müllenheim-Rechberg, Die Annexion des Elsasz durch Frankreich (2de ed. 1896); H. Kaufmann, Die Reunionskammer zu Metz (Metz 1900); A. Schulte, Frankreich und das 1. Rheinufer (2de ed. 1918).

< >