Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CARYOCARACEEËN

betekenis & definitie

(of Rhizobolaceeën) is de naam van een kleine plantenfamilie uit de verwantschap der Ternstroemiaceeën, een 18-tal tropisch-Amerikaanse houtgewassen omvattend, met 3-delige, altijd groene bladeren zonder steunblaadjes en eindstandige bloeitrossen. De regelmatige, tweeslachtige bloemen hebben 5-6 kelken bloembladen, veel lange, gekleurde meeldraden en een vruchtbeginsel uit 4-20 (zelden 1-3) vruchtbladen, elk met 1 hangende zaadknop, en met even zo vele vrije stijlen.

De vruchten vallen vaak in de afzonderlijke carpellen uiteen, en de zaden hebben nagenoeg geen endosperm, maar een gekromde kiem met een opvallend dik stengeltje en kleine zaadlobben. Niet minder dan 15 der soorten behoren tot het geslacht Caryocar L. of Amandelahorn. Bekend is daarvan C. butyrosum Willd. (de boterakorn), met witte, tot bundels verenigde bloemen. De vrucht bestaat uit 4-6 samengevoegde, pruimvormige vruchten, zo groot als walnoten, met boterachtig vlees en niervormige stenen met een zoete, welsmakende kern, die een belangrijk handelsartikel vormen. C. amygdaliferum Cav. heeft groene, gevlekte vruchten, die wegens haar kern in de handel zeer gezocht zijn.

< >