is een verzameling van liturgische voorschriften en formulieren voor de kathedrale kerken van de Romeinse ritus. Dit caeremoniale, grotendeels uit middeleeuwse ceremonieboeken samengesteld, werd in 1600 voor de eerste maal uitgegeven door paus Clemens VIII, daarna verbeterd en uitgebreid: door Innocentius X in 1650, door Benedictus XIII in 1727, door Benedictus XIV in 1752 en door Leo XIII in 1886.
Oorspronkelijk omvatte het 2 boeken, die de liturgische functies van de bisschop, de versiering van kerk en altaar behandelen. Benedictus XIV voegde het 3de boek toe, dat in elf hoofdstukken over de voorrang en eerbetuiging spreekt.