(Fr. = zwart kabinet) noemde men in de dagen van Richelieu en Lodewijk XIV een inrichting, die met de posterijen in verband stond en ten doel had, om aan de regering inzage te verschaffen in de brieven van particulieren (opgericht in 1628). Men verstond er de kunst, om de brieven zó behendig te openen en weder dicht te maken, dat de geadresseerden er niets van bemerkten.
In de 17de en 18de eeuw hadden bijna alle Europese mogendheden haar „cabinet noir”, vooral met het doel de correspondentie tussen buitenlandse gezanten en hun regeringen te controleren. Gedurende de omwenteling werd dit „Cabinet”, vooral op aandringen van Mirabeau, opgeheven, maar in de dagen van Napoleon I hersteld.Lit.: König, Schwarze Kabinette, Geschichte der Briefgeheim nisentheiligungen (1899).