Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Brandnetel

betekenis & definitie

(Urtica) is de naam van een plantengeslacht, dat tot de familie der Urticaceeën behoort. Het wordt gekenmerkt door tegenoverstaande bladeren met steunblaadjes en eenslachtige bloemen, waarvan de mannelijke een 4-delig bloemdek en 4 meeldraden vertonen, de vrouwelijke een 4-bladig bloemdek en een bovenstandig vruchtbeginsel uit één vruchtblad en met één atrope zaadknop, dat met een ongesteelde, kwast- of penseelvormige stempel is gekroond.

In Nederland komen twee soorten zeer algemeen voor: de Kleine Brandnetel (U. urens L.), een éénjarige plant, en de Grote Brandnetel (U. dioica L.), die overblijvend is en tweehuizig. (Voor de haren der brandnetel zie brandhaar). Een derde soort, de U. pilulifera L., afkomstig uit Zuid-Europa, met langgesteelde bolletjes van stamperbloemen in de bladoksels, wordt nu en dan adventief gevonden, als ook haar variëteit Dodartii, met gaafrandige bladeren, een mendelend kenmerk. Een zeer bekende soort is nog de U. cannabina L., een Siberische vezelplant, uit welker bastvezels het bekende neteldoek geweven wordt, dat overigens ook uit de Nederlandse soorten kan worden verkregen. De jonge spruiten van de Nederlandse soorten leveren een zeer goede groente. Zowel van de Urtica urens als van de U. dioica wordt de wortel somtijds als volksgeneesmiddel gebruikt; het kruid inwendig tegen steenpuisten. Het is ook wel gebruikt tegen longaandoeningen, speciaal bij longbloeding.

Uitwendig heeft men aftreksels in water en spiritus gebezigd als bloedstelpend middel en tegen aambeien. Als werkzame bestanddelen heeft men uit het kruid een glucoside en looistoffen afgescheiden.