was een met brandbare stoffen geladen vaartuig, dat in de tijd der houten zeilschepen werd gebruikt om vijandelijke schepen in brand te steken en zodoende te vernielen, waartoe het aangestoken en brandend op de vijand werd aangestuurd. Een vereiste voor het succes was, dat de vijand weinig of geen vaart liep.
De branders werden door een oorlogsvloot meegevoerd, aanvankelijk ten getale van omstreeks vijf, later in groter aantal. Zo telde de Staatse vloot in de slag bij Solebay (1672), waar De Ruyter poogde de ten anker liggende vijandelijke vloot onverwacht te overvallen, niet minder dan 32 branders; de vijand had er 24.