Frans sterrenkundige (bij Chamonix 1767 - Parijs 1843), kwam in 1785 te Parijs en kreeg daar in 1793 een aanstelling aan de sterrenwacht. Het volgende jaar leerde hij Laplace kennen en hij werd diens medewerker.
Eerst hield hij zich vnl. met de waarnemende astronomie bezig, maar later deed hij meer theoretisch werk. Hij gaf in 1821 verdienstelijke tafels voor de planeten Jupiter, Saturnus en Uranus uit; bij de bewerking van de tafels van Uranus merkte hij grote afwijkingen op tussen de waarnemingen en de theorie; dit leidde hem tot het vermoeden, dat er een nog onbekende planeet zou bestaan, die de beweging van Uranus stoorde; dit vermoeden is later bevestigd door de ontdekking van Neptunus.
