is een naar de familie Borromeo genoemde groep van 4 kleine, rotsachtige eilanden in het Lago Maggiore. Renato en Vitaliano Borromeo hebben in 1671 deze van nature naakte en steenachtige eilanden in prachtige parken veranderd. Zij bedekten Isola Madre en Isola Bella met een vruchtbare aardlaag en na deze gedeeltelijk op muren, die uit het water zijn opgetrokken, terrasgewijs te hebben aangelegd, werden zij met de fraaiste gewassen van de Italiaanse bodem beplant.
Het bekoorlijkste eiland van die groep is Isola Bella. Het verheft zich in de vorm van 10 terrassen uit het water, waarop granaat- en oranjebomen, camelia’s, aloë’s, bosjes van cypressen- en laurierbomen, alles in de weligste groei, elkander afwisselen. Van het hoogste gedeelte, dat zich 32 m boven de waterspiegel verheft, geniet men van de plaats, waar een reusachtige eenhoorn, het wapen van de familie Borromeo, prijkt, van een heerlijk uitzicht over het Lago Maggiore. Hoogst bezienswaardig is er tevens het slot met zijn ruime zalen, met meubels uit de aanvang der 18de eeuw en vooral met zijn schilderijen van Rafaël, Correggio, Perugino e.a. De benedenvertrekken van dit paleis zijn in de vorm van grotten aangelegd en met kleine kiezelsteentjes kunstig bevloerd. Overal vindt men op Isola Bella standbeelden, zuilen en vazen, omslingerd door een weelderige plantengroei.
