Russisch dichter (Moskou 27 Oct. 1880 - 1934), schreef onder het pseudoniem Andrej Bjely. Reeds op jeugdige leeftijd kwam hij onder de invloed van Solowjow* en sloot zich dan ook bij de symbolisten aan.
Uit deze tijd dateert o.m. zijn verzenbundel Z°l°l° w luzoerje (Goud in Azuur, 1904). De revolutie van 1905 had in Bjely een geestdriftig aanhanger. Na de mislukking van die revolutie maakte een wanhoopsstemming zich van Bjely meester. In de verzenbundel Oema (De urn, 1909) tracht hij deze wanhoop te overwinnen door houvast te zoeken bij Kant’s wijsbegeerte. In 1911 werd Bjely met zijn vrouw adept van Rudolf Steiner*. Uit deze periode dateert zijn opmerkelijke fantastische roman Peterboerg (Petersburg, 1913-1916).
Evenals Blok* zou ook hij zich bij het uitbreken der bolsjewistische revolutie achter Lenin en de zijnen plaatsen; midden in de vloedgolf van de revolutie handhaaft hij echter zijn mystiek. Hij sticht de Wolfila (Vrije Filosofische vereniging) en de ZaPiski Metchtateli (Het tijdschrift der Dromers, 1919-1922). Hij gaat nu voor korte tijd emigreren, maar keert toch later naar Rusland terug, waar hij dan ook in 1934 sterft. Bjely is de grootste filosofische dichter, die Rusland in de laatste tijd heeft voortgebracht en de enige Russische futurist van betekenis. Naast dichter is hij ook een eersterangs prozaschrijver. Zeer belangwekkend zijn met name zijn Herinneringen aan Blok. (Men leze over hem G. Gorbatchjow, Otchjerkisowrjemjonnoï roeskoï literatoeri, 1925).s. VAN PRAAG
