is de vrucht van Pangium edule Reinw., de zgn. blauwzuurboom uit de familie der Flacourtiaceeën, welke veel op Java gevonden wordt. De bittere, oliehoudende zaden gebruiken de Inlanders als voedingsmiddel.
Maar daar zij een aanzienlijke hoeveelheid giftig blauwzuur bevatten, moet men ze hier eerst van bevrijden door ze te roosteren of te koken in veel water en het water af te gieten of ze enige tijd in de grond te begraven. De uit de zaden geperste olie wordt als een surrogaat van de klapperolie gebruikt, maar ook als uitwendig geneesmiddel bij huidziekten.