behoren tot het middelste gedeelte der Rhaetische Alpen, liggen op de grenzen van Graubünden en Italië en worden begrensd door de Mera, het Ober-Engadin, de Berninapas en de Adda. Door de Murettopas (2557 m) worden zij in een westelijke en een oostelijke helft verdeeld; in de eerste verheft zich de Monte della Disgrazia (3678 ml, in de laatste de Piz Bernina (4055 m).
De Disgraziastock strekt zich van het Z.W. naar het N.O. uit en bestaat uit een kern van graniet; hij is grotendeels met gletsjers bedekt. De grootste gletsjers zijn die van Forno en Albigna. De Piz Bernina is hoofdzakelijk opgebouwd uit graniet, syeniet en syeniet-dioriet; de zuidzijde wordt ingenomen door steile terrassen, terwijl in het N. met gletsjers gevulde dalen ingesneden zijn. Deze groep vormtéén der met natuurschoon het rijkst bedeelde landschappen der Alpen; niet weinig dragen daartoe de talrijke bergmeren der Bernina-Alpen bij.De hoogste toppen zijn meestal scherpkantige piramiden; de rotsen zijn donker, dikwijls roestbruin gekleurd en steken daarom schilderachtig af tegen het blauwe gletsjerijs en de witte firn. De toppen van de Bernina-groep verheffen zich tot 3400 a 4000 m. De hoogste zijn behalve de Piz Bernina: de Piz Zupo (4002 m), de Piz Roseg (3942 m) en de Piz Palü (3912 m). De Piz Bernina troont als een scherpe punt met steile wanden boven de 9 km lange en 24 km2 grote Morteratschgletsjer. Een grote oppervlakte beslaan ook de Roseg- en Palügletsjers.
De moeilijk te beklimmen top van de Bernina werd 13 Sept. 1850 voor het eerst door Coaz bestegen; tegenwoordig worden zulke tochten vergemakkelijkt door alpenhutten. Een mooi overzicht van de Bernina-Alpen verkrijgt men van de Piz Languard bij Pontresina (3268 m). Tussen deze Alpen en de Spöl-Alpen ligt de Berninapas (2330 m), waarover de in 1864 voltooide kunstweg van Samaden in het Ober-Engadin naar Tirano in het Valtellina loopt. Sinds 1910 is hier een electrische spoorlijn, die het Inndal bij St Moritz via het Poschiavodal verbindt met Tirano in het Addadal. Dichtbij de pas bevindt zich het Lago Bianco, aan welks oostelijke oever het Ospizio Bernina (2309 m) gelegen is.
