Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bathseba

betekenis & definitie

(„dochter van de eed”, d.w.z. van de gelofte), de kleindochter van Ahitophel, was de vrouw van Uria, één der veldheren van koning David*. Deze, die haar in het bad bespiedde en met haar echtbreuk pleegde, liet Uria sneuvelen, door hem in de strijd rond RabbatAmmon op het gevaarlijkste punt te plaatsen.

Daarna werd Bathseba onder de vrouwen des konings opgenomen. David, door den profeet Nathan* van zijn schuld overtuigd, vernam tevens uit de mond van dezen de aankondiging ener gestrenge straf. Bathseba was de moeder van Salomo, haar tweede kind, den roemrijken opvolger van David, en zij speelde een hoofdrol in het bewerken van Adonia’s ondergang. In de Latijnse Vulgata luidt haar naam Bethsabee-, maar dit heeft niets te maken met beth „huis”.

< >