Frans departement van 7712 km8 met (1936) 413 411 inw. (of 53 per km8), in het N.W. der Pyreneeën en gevormd uit de voormalige provincies Béarn*, Basse-Navarre en het vicomté Labourd. De Gave de Pau en de Gave d’Oloron doorstromen het.
Het eigenlijke Baskische land is een grazig heuvellandschap van enkele honderden m hoogte, waarboven enkele stompe koppen (chictos) van de Pyreneeën nog uitsteken (bijv. Ursonia, 676menRhune 900 m). De oceanische regens en de betrekkelijk hoge winter temperatuur maken het landschap vruchtbaar (weiden, boomgaarden, maïsvelden, bossen, de laatste thans alleen nog in de hoogste delen). Veehouderij is het hoofdmiddel van bestaan. Ten Z. van de Adour wordt de kust hoog met zandige bochten aan de uitgang der rios, o.a. bij de mondingen van de Méville en de Bidassoa. Saint Jean de Luz is centrum der visserij (tonijn, sardines), doch belangrijker is het toerisme in de badplaatsen (St Jean de Luz, Biarritz, Hendaye).
De bodem bevat er o.a. kalizouten. In het gebergte wordt de waterkracht geëxploiteerd. De electriciteit draagt bij tot de industriële ontwikkeling van deze streek. Boucau heeft metaalen chemische industrie. In Béarn, dat het oostelijk deel van dit departement inneemt, overheerst in de vlakte de akkerbouw (maïs, tarwe, groenten, voedergewassen), in de bergen de veehouderij. De nijverheid omvat textiel (linnen, schoen- en meubelindustrie). In dit landschap ligt de stad Pau*, hoofdplaats van het departement.
