ook ziekte van Carrion genaamd, komt in de dalen van de Andes, in Peru, Ecuador en Colombië op hoogten van 800-3000 m voor, zowel epidemisch als endemisch. Zij wordt veroorzaakt door Bartonella bacilliformis, een op bacteriën gelijkende parasiet in de rode bloedlichaampjes en in cellen van het reticulo-endotheliale systeem van de mens.
De ziekte begint met algemene verschijnselen (Oroya-koorts); vervolgens verschijnen er wratten op de huid (Verruga peruviana) en soms op de sereuze vliezen en de slijmvliezen, die weken tot maanden lang blijven bestaan. De faze der algemene verschijnselen is zeer gevaarlijk en een der belangrijkste doodsoorzaken in de valleien, waar de ziekte heerst. Overbrenging geschiedt door de beet van bloedzuigende mugjes, behorende tot het geslacht Phlebotomus.Lit.: C. F. Graig, G. F. & E. C. Faust, Clinical Parasitology, 4th Ed., p. 668 (Philadelphia 1945).