Spaans lyrisch dichter (Barbastro, prov. Huesca 26 Aug. 1562 - Zaragoza 4 Febr. 1631), studeerde evenals zijn broer Lupercio te Huesca, voorts te Zaragoza en Salamanca.
Hij volgde een kerkelijke loopbaan en was o.a. secretaris van den graaf van Lemos, met wien hij naar Napels trok. In 1613 keerde hij naar Zaragoza terug, waar hij zijn broer opvolgde als kroniekschrijver van Aragon. In 1630 publiceerde hij het eerste deel van de Anales van Aragon, dat de gebeurtenissen van de jaren 1516-1520 behandelt. Als historicus is Bartolomé geen figuur van de eerste rang. Als dichter leeft zijn naam nog steeds voort. Hij heeft meer lyrische werken nagelaten dan zijn broer.
Evenals deze is hij „antigongorino” (z Góngora). Van veel belang is zijn l’Epístola III, opgedragen aan den graaf van Valderreis. Van zijn sonnetten is het bekendste Dime, Padre comtún, pues eres justo.Zijn Obras sueltas werden uitgegeven door den conde de la Viñaza, Madrid 1889, t. II (Colección de Escritores Castellanos, 75).