(ook Baafmis), de mis of het feest van St Baaf of Bavo (1 Öct.). Zeer verspreid in Vlaanderen en in de Kempen, als tijdstip waarop de huis- of landpacht begint of eindigt.
Vandaar de samenstelling bamispacht, bij De Bo vermeld. Als aanvang van de herfst betekent het ook herfsttijd. Deze uitdrukking is in Zuid-Nederland nog in gebruik, maar niet meer algemeen.Lit.: De Bo en J. Samijn, Westvlaamsch Idioticon, 2de dr. (Gent 1892), pag. 69; V. Vande Velde, Feesten van het kerkelijk jaar en hunne volksgebruiken (Steenbrugge 1939), pag. 71.