eigenlijk Abdoel-Baki, volgens het oordeel der Turken zelf hun grootste lyrische dichter (Gonstantinopel 1526 of 1527 - 7 Nov. 1600), leefde onder de heerschappij van Suleiman den Grote, Selim II en Moerad III. Van eerstgenoemden ontving hij menige onderscheiding.
Zijn hoofdwerk is zijn Divan (Gedichtenverzameling), die veel beknopter is dan andere Turkse dichtverzamelingen: het bevat slechts 14 kasides en 204 ghazelen, benevens enige twee- en vierregelige gedichten. Inzonderheid heeft deze dichter voortreffelijke kasides geleverd; die op de dood van Suleiman den Grote behoort tot de beste dichterlijke voortbrengselen der Osmaanse letterkunde. Baki is door zijn tijdgenoten meermalen in liederen en levensbeschrijvingen gehuldigd. Nagenoeg al zijn gedichten zijn variaties op een zelfde thema: de lof van den sultan. In het Duits is de Divan vertaald (in verzen) door J. von Hammer-Purgstall (1825); men vindt daar, behalve de tekst, een letterkundige inleiding en een tiental levensbeschrijvingen van Baki, afkomstig van Oosterse geleerden.Uitgegeven is de Divan door H. Dvorak (1908-1911).Lit.: Dvorak, Baki als Dichter, in: Zeitschr. der Deutschen Morgenl. Gesellsch., XLII (1888).
