betekent letterlijk wetzegger of rechtzegger. De asega, in Friesland gewoonlijk aesga genoemd, was aldaar een rechtskundig persoon, die op vordering van den schelta of schout (den vertegenwoordiger van den graaf in de bannen en kerspelen der gouw) het vonnis opmaakte en uitsprak; hij werd door het volk gekozen.
In Friesland bewesten de Lauwers werd in de 13de eeuw de schout door den grietman en de asega door den êhêra (mederechter van den grietman) vervangen. In sommige delen van Holland, bijv. in Rijnland stond de asega bekend onder de naam azing.Lit.: J. P. Winsemius, De historische ontwikkeling van het Waterstaatsrecht in Friesland (Diss. Vrije Univ. 1947) blz. 42-44.