een sinds 1936 bij decreet vastgestelde aanduiding voor die Franse wijnen, die aan verschillende eisen, voor elk wijngebied afzonderlijk omschreven, voldoen. De wijnen moeten van met name genoemde druivensoorten zijn gemaakt, de oogst mag hoogstens een vastgesteld aantal hl per ha hebben bedragen en het alkoholgehalte mag niet beneden een vastgesteld minimum zijn.
De druiven moeten op normale rijpheid zijn geoogst en het maken van de wijn moet volgens plaatselijk heersend gebruik zijn geschied. De woorden appellation contrôlée zijn dan toegestaan op het etiket van de wijn, die op de aanduiding recht heeft. De appellation contrôlée heeft de bedoeling, fraude tegen te gaan en den consument een waarborg van kwaliteit te verschaffen. Het blijft echter waar, dat ook wijnen van minder geslaagde oogsten aan de gestelde eisen voldoen en dus recht hebben op de aanduiding, zonder evenwel de kwaliteiten te bezitten, die de consument er van verwacht.