noemt men het in de geest onmiddellijk opduikende schema, waarin de oplossing geformuleerd zal moeten worden, wanneer men voor bepaalde opgaven wordt gesteld. Bijv.: „Zegt U mij eens wat u onder een belediging verstaat”.
Schema: „Een belediging is een ..., die .. .”. Men heeft dus een schema klaar van een omschrijving, waarin men eerst het begrip „belediging” plaatst in de kring van zaken, waartoe ze behoort, waarna men dan aangeeft waarin deze zaak zich onderscheidt van alle andere tot die soort behorende zaken.Bibl.: O. Selz, Ueber die Gesetze des geordneten Denkverlaufs, II: Zur Psychologie des produktiven Denkens (Bonn 1922).