is een geslacht uit de familie der Composieten; het zijn zeer sterke planten, welke op droge plaatsen nog goed groeien. Enkele zodevormende soorten kunnen veel verdragen, zelfs dat men er overheen loopt.
Hetzijn vaste planten, welke door zaad en door scheuren vermenigvuldigd worden. A. dioica (droogbloem; rozenkransje) komt in onze duinen en heidevelden voor. Zij heeft witte of purperrode bladeren. A. tomentosa wordt gebruikt in rotstuinen en borders. Men heeft een variëteit met witte en een met rose bloemen. A. margaritacea (Anaphalis margaritacea; Siberisch Edelweisz) heeft zilvergrijs, viltig blad en parelmoer-witte bloemen. De bloemen, gesneden voor ze hun volle ontwikkeling bereikt hebben en gedroogd in de schaduw, kunnen dienen als droogbouquetten. Wordt gebruikt in borders.