Frans R.K. godgeleerde (La Flèche 4 Oct. 1867 - Parijs 30 Juli 1926), behoorde met Alfred Loisy tot de voornaamste „modernisten”. Eerst leraar in de geschiedenis aan het Klein-Seminarie te Angers, kwam hij met zijn bisschop in conflict wegens het schrijven van La controverse de l’apostolicitê des Eglises de France, was daarna enige tijd hulpprediker bij de St Sulpice te Parijs, maar werd afgezet wegens zijn La Question biblique chez les Catholiques de France au XIX siècle (1902), dat tegelijk met La controverse in 1903 op de index geplaatst werd.
Hij leefde sindsdien als auteur te Parijs.Bibl.: behalve de gen. werken: Dom Couturier (1899); L’Américanisme (1903, op de index); Henri Bemier (1904); La crise du clergé français (21908) ; Ch. Perraud (1908); Autour d’un prêtre marié (1910); Evêques et diocèses (2 dln, 1907-1909); Hist. du modernisme catholique (1913); Le Père Hyacinthe (3 dln, 1920-1924); Courte hist. du christianisme (1924); Marcel Hébert (1925); Mme Bruyère (21930); Du sacerdoce au mariage (2 dln 1927); Une vie de prêtre. Mon expérience (2 dln, 1926-1928); Courte hist. du célibat ecclésiastique (1929).
