of perseguidos noemde men in de 18de eeuw in Spanje die edellieden, die door de in 1700 op de troon gekomen Bourbons niet als grandes werden erkend en daarom achtergesteld, hoewel niet van hun goederen beroofd (agraviar = beledigen). Het was vooral de Catalaanse en Aragonese adel, die in de Spaanse successie-oorlog de zijde der Habsburgers hadden gekozen.
Dezelfde naam werd gegeven aan de deelnemers van de opstand van 1826-1828, voorstanders van het strengste absolutisme en de inquisitie. Zij sloten zich aan bij de pauselijke partij, die het herstel van het uiterste absolutisme in de kerk beoogde. Deze werden in groten getale gevangengenomen en geëxecuteerd of gedeporteerd. Vandaar dat ook later zij, die de regering vervolgde, zich Agraviados noemden.