(niet-twee-zijn) is de leer van het één-zijn van alle wezens, grondslag van het Vedanta-systeem. Buiten het Brahman, d.i. de wereldziel, grond en oorzaak van alle zijn, waarmee ook onszelf identiek is, bestaat niets reëels.
De wereld, zoals wij haar ervaren, is louter begoocheling (maya), bedrieglijke schijn, berustend op het niet-weten. Deze leer werd voor het eerst geformuleerd door Gaudapada (ca. 700) en ontwikkeld door zijn leerling Sankara (ca. 800).Lit.: P. Deussen, Das System des Vedanta (Leipzig 1920), 3de uitg.
268