Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zonde

betekenis & definitie

Zonde noemt men elke vrijwillige overtreding van als goddelijk erkende geboden. Volgens de leer van het Nieuwe Testament is zonde de uit ongeoorloofde begeerlijkheden geborene stoornis van het godsdienstig leven, alzoo vijandschap tegen God, met verschillende graden van strafwaardigheid. Hoewel Paulus naar de wijze der Israëlieten den algemeenen toestand van zonde afleidt van de overtreding van Adam, zoekt hij toch langs wijsgeerigen weg de oorzaak der zonde in de zinnelijkheid van den natuurlijken mensch. Daardoor heeft hij een hoogst moeijelijk vraagstuk ter oplossing gegeven aan de Kerk, die genoemde twee oorzaken, den val van Adam en de begeerlijkheid van het vleesch tegen den geest, met elkander in overeenstemming zocht te brengen.

De kerkleer onderscheidt erfzonde en verstaat daardoor de zonde, welke afkomstig is van de zonde van den eersten mensch en al zijne nakomelingen bezoedelt, of eene zekere traagheid om het goede te volbrengen, voortvloeiende uit ’s menschen zinnelijke natuur en de daardoor voortgebragte werkelijke zonde (peccatum actuale). Met betrekking tot den vorm, waarin de wet geschonden wordt, maakt zij onderscheid tusschen zonde van bedrijf (peccatum commissionis) en zonde van nalatigheid (peccatum omissionis), — met betrekking tot de handeling zelve tusschen inwendige zonden (peccata interna) en uitwendige zonden (peccata externa), — en met betrekking tot den graad der daarin gelegene verkeerdheid tusschen opzettelijke zonden (peccata voluntaria) en onopzettelijke zonden (peccata involuntaria). Onder de niet zeer duidelijke uitdrukking „zonde tegen den heiligen geest” verstaat men tegenwoordig het verloochenen en verwerpen van de godsdienst tegen beter weten. Daarop rust het onderscheid tusschen zonden, die vergeven kunnen worden (peccata remissibilia) en zoodanige, die niet vergeven kunnen worden (peccata irremissibilia), ook doodzonden genoemd. De vraag, hoe het bestaan der zonde in overeenstemming kan gebragt worden met de volmaaktheid van den Schepper, valt zamen met die naar den oorsprong van het natuurlijk en zedelijk kwaad. Met hare beantwoording bemoeit zich de theodicee.

< >