Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Trein

betekenis & definitie

Trein is de naam der gezamenlijke middelen, welke een leger noodig heeft om krijgsbehoeften te vervoeren en alzoo de slagvaardigheid te handhaven. Daartoe behooren de transportmiddelen, namelijk bespannen voertuigen en lastdieren, en de treinsoldaten, welke bij die vervoermiddelen, voorts als bakkers, handwerkslieden enz. dienst bewijzen. De trein staat onder bevel van officieren en onderofficieren. Men heeft een trein der hoofdkwartieren en troepen, — een artillerie-transporttrein, — een pontontrein, — een hospitaaltrein, — een veldpost, — en intendancetreinen.

Voor elk duizendtal soldaten heeft men 26 tot 30 voertuigen en 200 paarden noodig; de groote en toch onmisbare trein is derhalve voor een aanzienlijk leger geene geringe belemmering met betrekking tot de snelheid van beweging. Ook bij de legers der oude Grieken en Romeinen en vooral bij die der middeneeuwen had men een verbazenden trein. Eerst na de Groote Fransche Omwenteling heeft men dien door de invoering van het requisitiestelsel, door de afschaffing der tenten enz. aanmerkelijk verminderd.

< >