Treilhard (Jean Baptiste, graaf), lid van het Directoire in Frankrijk en geboren den 3den Januarij 1742 te Brives in Limousin, studeerde te Parijs in de regten, werd advocaat bij het Parlement en zag zich in 1789 door de stad Parijs tot afgevaardigde naar de Generale Staten, na het sluiten der Nationale Vergadering tot president van het crimineel geregtshof in het departement Seine-et-Oise en in 1792 tot lid van de Nationale Conventie benoemd. Hij stemde voor den dood des Konings, maar tevens voor het verschuiven der teregtstelling. In April 1793 werd hij lid van het Comité du salut public en met eene zending naar de westelijke departementen belast, maar bij zijn terugkeer wegens zijne te groote inschikkelijkheid niet herkozen. Eerst na den val van Robespierre werd hij weder lid van genoemd comité, waar hij de betrekking van rapporteur waarnam.
In 1795 werd hij lid van den Raad van Vijfhonderd. Den 20sten Mei 1797 nam hij zijn ontslag en belastte zich met het voorzitterschap eener sectie in het Hof van Cassatie, maar vertrok weldra als onderhandelaar over den vrede met Engeland naar Rijssel, daarop als gevolmagtigd minister naar Napels en ten laatste naar het Congrès te Rastatt, waar hij slechts korten tijd vertoefde. In 1798 werd hij lid van het Directoire, ondersteunde den staatsstreek van Bonaparte van 18 Brumaire en werd vervolgens door dezen tot president van het Hof te Parijs en tot lid van den Staatsraad benoemd, in welke betrekking hij niet weinig bijdroeg tot de redactie van den „Code Napoléon”. In 1804 werd hij voorzitter van de afdeeling voor wetgeving in den staatsraad, zag zich in den gravenstand opgenomen, en overleed den 1sten December 1810.