Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Schieten

betekenis & definitie

Schieten is in het algemeen het voortdrijven van projectielen door middel van schietwapens , hoewel bij manoeuvres tot oefening en bij het doen van sein- en saluutschoten eigenlijk geene projectielen worden gebezigd. De baan van het voortgestuwde projectiel is van zooveel omstandigheden afhankelijk, dat men niet van zekerheid, maar enkel van waarschijnlijkheid van treffen kan spreken. Gemelde zekerheid klimt intusschen met de kennis der oorzaken, die het projectiel van zijne baan doen afwijken en met die van de middelen, welke men tot bestrijding dier oorzaken kan aanwenden.

De omstandigheden, welke invloed kunnen hebben bij het treffen, zijn: veranderingen van de ziel en van het vizier van het wapen, welke bij het schieten ontstaan en niet constant blijven, — ongelijke toestand van het buskruid en van het projectiel, — ongelijke bediening bij het rigten van het geschut of van het geweer, bij het aanzetten van het projectiel of bij het zuiver houden van de ziel, — het weder, de warmtegraad en de digtheid des dampkrings, die op de draagkracht werken, terwijl de wind eene zijdelingsche afwijking kan veroorzaken, — en onvoldoende vastheid van het affuit.

Al die omstandigheden verminderen de zekerheid van het treffen, wanneer zij gestadig veranderen; blijven zij standvastig, dan kunnen zij in rekening gebragt worden. Eene juiste bepaling van den afstand van het doel bevordert de waarschijnlijkheid van het treffen; doch deze wordt dikwijls verijdeld door eene zijdelingsche afwijking. Men heeft ten behoeve van het rigten van geschut tabellen vervaardigd, welke voor een gegeven afstand de elevatie aanwijzen, bij het ligte veldgeschut tot een afstand van 6800 en bij het zware tot een afstand van 7000, ja, bij de 15 Ned. duims-ringkanonnen tot een afstand van 8500 Ned. el.

Deze draagwijdten hebben betrekking op het horizontale vlak en bepalen dus niets omtrent de afstanden, welke onder andere omstandigheden kunnen bereikt worden. Bij het indirecte schieten bevindt zich het doel achter eene bedekking, bijv. achter een vestingwal. Daar het doel hier niet zigtbaar is, moet de hoogte niet met het vizier, maar met het quadrant bepaald worden.

Bij regtstreeksche schoten daarentegen is het doel zigtbaar, en ook het geschut zelf ongedekt. — Bij het schieten met draagbare vuurwapens is het treffen vooral afhankelijk van juist mikken, van een onbeweegbaar vasthouden en van een kalm afdrukken. De draagkracht van een geweerkogel is in het horizontale vlak ongeveer 1000 Ned. el, maar bij elevatie ongeveer dubbel zoo groot. Daar het schijfschieten op schuttersfeesten plaats heeft naar een doel, ,op bekenden afstand geplaatst, terwijl men daarenboven veelal een steunpunt heeft voor de buks, zoo zijn hier de omstandigheden ter bevordering van het treffen zoo gunstig mogelijk.

< >