Projectielen zijn ligchamen, welke door een of ander werktuig voortgeworpen worden. Van ouds was de gedaante der projectielen bol- of cylindervormig. De bolvormige werden gebezigd om te werpen, de cylindervormige om te schieten. Om te werpen gebruikte men slingers, batisten of bigden, — om te schieten bogen of catapulten.
Bij de invoering der vuurwapens kwamen eerst ronde steenen, vervolgens ronde metalen projectielen in zwang. In den jongsten tijd is men tot den rolronden vorm teruggekeerd. Men heeft projectielen voor geschut en klein geweer. Die voor geschut kunnen eenvoudige of zamengestelde zijn. De eenvoudige zijn volle kogels. Van de zamengestelde vermelden wij kartetsen, bommen, granaten, waaromtrent in de daaraan gewijde artikelen nadere bijzonderheden zijn medegedeeld, alsmede verschillende soorten van puntkogels. De ronde kogels voor klein geweer zijn thans bijna algemeen door puntkogels verdrongen. Men kan de projectielen voor klein geweer in onzen tijd in 3 soorten onderscheiden, namelijk zulke, die reeds bij het laden in de trekken gestuwd worden, — zulke, die door het ontbranden der lading in de trekken worden geperst, — en zulke, die eene wentelende beweging aannemen ten gevolge van de wijze van laden of van de constructie van den loop.