Richard. Onder dezen naam vermelden wij:
Richard, graaf van Cornwallis en Poitou en Roomsch-Duitsch Koning. Hij werd geboren te Winchester in 1209, was een zoon van Jan zonder Land en Isabella van Angoulême, zag zich op 16-jarigen leeftijd door zijn broeder Hendrik III van Engeland tot graaf van Cornwallis benoemd en met graaf Willem Langzwaard aan het hoofd eener expeditie naar het zuiden van Frankrijk geplaatst, veroverde in 1226 Poitou, waarvan hij graaf werd, sloot in het volgende jaar een wapenstilstand met Lodewijk IX en keerde vervolgens naar Engeland terug. In 1236 hechtte hij het kruis op zijne wapenrusting, scheepte in 1240 zich in naar Ptolémaïs, maar kon er niet veel tot stand brengen, zoodat hij in 1242 Londen weder bereikte. Kort daarop ondernam hij met zijn broeder een nieuwen togt naar Poitou, hetwelk door Lodewijk IX was ingenomen, redde het Engelsche leger uit het gevaar van omsingeld te worden en trok toen daarmede naar Engeland terug. In 1243 trad hij in het huwelijk met Sanche, de dochter van Raimond van Provence en deed afstand van zijne goederen in Frankrijk ter gunste van zijn broeder tegen eene aanzienlijke schadeloosstelling. In 1250 knoopte hij te Lyon betrekkingen aan met paus Innocentius IV, wees de door dezen hem aangeboden kroon van Sicilië van de hand, maar aanvaardde na den dood van Willem van Holland de waardigheid van Duitsch Koning, hem ter beschikking gesteld door den aartsbisschop van Keulen, en werd den 13den Januarij 1257 door dezen en eenige andere, door groote sommen omgekochte Vorsten, tegenover zijn mededinger, Alfonsus van Castilië, gekozen en den 17den Mei te Aken gekroond.
Wegens de uitputting zijner geldmiddelen en wegens eene omwenteling in Engeland begaf hij zich in Januarij 1259 naar zijn vaderland, maar kwam het volgende jaar weder in Duitschland, riep den Rijksdag bijeen en vaardigde wetten uit tegen de roofridders. Daarop vertrok hij nogmaals uit Duitschland en kwam er eerst in 1262 terug, waarna hij Ottokar van Bohemen met Stiermarken beleende en de privilegiën van onderscheidene Rijnsteden bekrachtigde. De binnenlandsche woelingen in Engeland riepen hem op nieuw ten strijd, maar hij geraakte in den slag van Lewes (14 Mei 1264) in handen van Simon van Montfort, die hem 16 maanden gevangen hield. Eindelijk verscheen hij in 1268 nogmaals in Duitschland, hield een Rijksdag te Worms, stelde wetten vast omtrent de scheepvaart op de Rijn en ging een tweede huwelijk aan met Beatrix von Falkenstein. Met deze begaf hij zich naar Engeland, waar hij in 1272 overleed. Hij was door de ontginning der lood- en tinmijnen in Cornwallis de rijkste Vorst van zijn tijd.
Eenige Koningen van Engeland, namelijk:
Richard I Leeuwenhart, een zoon van Hendrik II en van Eléonore van Poitou. Hij werd geboren den 8sten September 1157 te Oxford, voerde op aandringen zijner moeder oorlog tegen zijn vader en beklom na diens dood in 1189 den troon. Het volgende jaar ondernam hij met Philippus II Augustus, koning van Frankrijk, een kruistogt. Den eersten winter bragten zij door op Sicilië, waar koning Tancred hen gastvrij bejegende, doch de trotschheid en de overmoed van Richard verstoorden de goede verstandhouding der drie Koningen. Den 3den October 1190 stonden de burgers van Messina tegen hem op, waarna Richard de stad deed bestormen en plunderen. Kort daarna kwam het tot een openlijken twist tusschen hem en Philippus Augustus. De Engelsche Koning verbrak zijne verloving met Alice, de zuster van den Franschen Vorst, en terwijl deze den 30sten Maart 1191 naar Ptolemaïs trok, verloofde Richard zich met Berengaria, eene dochter van Sancho 1 van Navarre. Voorts zeilde hij met 250 schepen naar Sicilië, veroverde Cyprus, omdat Izaak, Vorst van dit eiland en tot het Byzantijnsche Keizerhuis behoorend, eenige Britsche schepen geplunderd had, maakte zich meester van de aldaar aanwezige schatten en sloeg den gevangen genomen beheerscher in boeijen.
Daarop vierde hij zijne verloving met Berengaria, ging den 15den Junij onder zeil en kwam den 8sten Julij in de haven te Ptolemaïs, welke stad hij 4 dagen later innam. Weldra echter ontstonden er nieuwe twisten tusschen hem en Philippus Augustus, want Richard wilde den markgraaf Koenraad van Montferrat, Philippus Augustus daarentegen Guido van Lusignan tot koning van Jerusalem verheffen. Eerst den 28sten Julij kwam eene overeenkomst tot stand, waarbij Lusignan tot koning verheven en Koenraad tot zijn opvolger benoemd werd. Philippus Augustus keerde daarop eerlang naar Frankrijk terug, maar Richard zette, geholpen door den hertog van Bourgondië met 10000 Franschen, den oorlog voort, behaalde den 7den September bij Arsoef eene glansrijke overwinning op Saladijn en veroverde Joppe en Ascalon. Nadat echter markgraaf Koenraad, die, gesteund door de Engelsche ridders, in weerwil van de geslotene overeenkomst, de kroon verworven had, den 28sten April 1192 door twee sluipmoordenaars, afgezonden door den Oude van den Berg, vermoord was, verleende Richard de waardigheid van koning van Jérusalem aan den zoon zijner zuster, graaf Hendrik van Champagne, terwijl hij aan Lusignan de heerschappij over Cyprus toekende. Daar voorts de geestdrift van het Kruisleger reeds lang verdwenen was, sloot hij een driejarigen wapenstilstand met Saladijn en scheepte den 9den October 1192 te Ptolemaïs zich in naar Europa. Een storm wierp hem op de kust van Aquileja en hij zette als pelgrim zijn togt voort over land, maar werd den 21sten December te Erdburg bij Weenen herkend en viel in handen van Léopold VI, hertog van Oostenrijk, dien hij vóór Ptolemaïs grievend beleedigd had, zoodat hij op den burgt Dürrenstein in de gevangenis werd geworpen. De Duitsche keizer Hendrik VI eischte wel is waar de uitlevering van Richard tegen een losgeld van 50000 mark zilver, maar enkel met het doel om den gevangene nog veel aanzienlijker som af te persen.
Daarop kwam alzoo Richard eerst te Mainz en vervolgens op het slot Tritels en werd naauwkeurig bewaakt, maar volgens zijne waardigheid behandeld. Koningin Eleonore en paus Coelestinus III sprongen voor den gevangene in de bres, en Hendrik VI deed dezen eindelijk naar Spiers brengen, waar hij hem in de vergadering der Rijksvorsten van het vermoorden van Montferrat, van het heulen met Tancred en van het beschimpen van het Duitsche volk beschuldigde. Richard verdedigde zich met goed gevolg en herkreeg zijne vrijheid, nadat hij de soevereiniteit van den Keizer erkend, dezen gehuldigd en zich tot de betaling van een losgeld van 150000 mark zilver verbonden had (2 Februarij 1194). Het verhaal zijner bevrijding door den minnezanger Blondel behoort tot het gebied der sage. Bij zijne komst in Engeland (13 Maart 1194) bevond hij, dat zijn broeder Jan zonder Land en Philippus Augustus een verbond hadden gemaakt, om hem te onttroonen. Richard deed zich den 17den April 1194 ten tweedenmale te Winchester kroonen, bragt door afpersing eene groote geldsom bijeen en begaf zich toen naar Normandië.
Weldra onderwierp zich Jan zonder Land en verkreeg vergiffenis, doch de strijd met Philippus Augustus duurde met herhaalde veldslagen, schermutselingen en belegeringen langer dan 4 jaar, totdat eindelijk den 13den Januarij 1199 door bemiddeling van den Paus een vijfjarige wapenstilstand gesloten werd. Kort daarna — den 6den April — overleed Richard ten gevolge eener wond in den schouder, welke hij in eene veete tegen Guidomar van Limoges vóór diens kasteel den 26sten Maart ontvangen had. Hij werd opgevolgd door zijn broeder Jan zonder Land. In ridderlijke deugden overtrof Richard al zijne tijdgenooten, en zijne edelmoedigheid wordt hoog geroemd. Hij is echter niet vrij te pleiten van hebzucht en willekeur, en zijne regering was voor Engeland ver van weldadig. De bijnaam Leeuwenhart is hij verschuldigd aan zijn voorkomen, zijn moed en zijn wapen.
Richard II, een zoon van Eduard, den Zwarten Prins. Hij was geboren in 1366, werd in 1377 koning in plaats van zijn grootvader Eduard III en stond aanvankelijk onder de voogdij zijner ooms, de hertogen van York, Gloucester en Lancaster. Wegens den oorlog met Frankrijk en de verkwisting van het Hof, welke laatste tot het opleggen van een hoofdgeld leidde, ontstond in 1381 een oproer onder den smid Wat Tyler, doch werd spoedig gedempt. Op volwassen leeftijd betoonde Richard geen lust en geene bekwaamheid voor het regéringsbeleid, maar gaf zich over aan allerlei uitspattingen. In 1385 trok hij de Schotten, die, door eene bende Franschen ondersteund, een strooptogt in Northumberland ondernamen, met een leger van 60000 man te gemoet, maar dankte het ook onverrigter zake weder af. Toen de hertog van Lancaster met eene vloot en 20000 man ter verovering van de kroon van Castilië was uitgezeild en Richard zich alleen door zijne gunstelingen liet leiden, spanden de lords met den hertog van Gloucester zamen en benoemden met hulp van het Parlement eene commissie van 14 leden, welke onder het voorzitterschap van Gloucester zich met het beheer der zaken belastte. Eerst in het volgende jaar gaf de onderlinge oneenigheid der Engelsche grooten aan Richard gelegenheid, om zich van dien Raad der Baronnen te ontslaan. In 1396 sloot hij met Frankrijk een 15-jarigen, in het algemeen voor Engeland onvoordeeligen wapenstilstand en verloofde zich ter bekrachtiging daarvan, na den dood zijner eerste gemalin (Anna van Bohemen, eene dochter van keizer Karli IV), met Isabella, de naauwelijks elfjarige dochter van Karel VI, koning van Frankrijk.
Daarop nam hij in 1397 maatregelen tegen den hertog van Gloucester en diens aanhangers. Eerstgenoemde werd in hechtenis genomen en te Calais in de gevangenis gedood. Ook de graaf van Arundel moest zijn verzet met zijn leven boeten; Warwick werd verbannen en een gedwee Parlement moest bovengemelde commissie ontbinden. Ook de hertogen van Hereford en Norfolk werden naar Frankrijk verwezen. Nu deed Richard op ongrondwettige wijze door het gewillige Parlement eene commissie van 18 lords en commoners met uitgebreide volmagt benoemen, zoodat hij het Parlement missen en naar willekeur handelen kon. Toen hij echter in 1399 een veldtogt naar Ierland ondernam, verhief de verbannen hertog van Hereford, dien Richard van de goederen zijns vaders (den hertog van Lancaster) wilde berooven, de vaan van den opstand, en de door allen verlaten Koning werd in Augustus 1399 door Hereford gevangen genomen. Nadat hij eerst op Flint Castle en vervolgens in den Tower te Londen was opgesloten, verklaarde het Parlement hem vervallen van den troon en noodzaakte hem, den 29sten September de acte van afstand te onderteekenen, waarna Hereford onder den naam van Hendrik IV het bewind aanvaardde. Richard werd vervolgens als gevangene naar het kasteel Pontefract in Schotland gebragt en stierf aldaar den 14den Februarij 1400 den dood door verhongering of door de hand zijner bewakers.
Richard III, de Gebogchelde, jongste zoon van hertog Richard van York en geboren den 2den October 1452. Hij werd door zijn broeder Eduard IV, die zich van den Engelschen troon had meester gemaakt, tot hertog van Gloucester verheven. In weerwil van zijn misvormd ligchaam betoonde hij in den strijd van zijn Huis met dat van Lancaster grooten moed. Men vermeldt voorts, dat hij in 1471 aan het vermoorden van den afgezetten koning Hendrik IV deelgenomen en in 1478 tot de teregtstelling van zijn broeder, den hertog van Clarence, medegewerkt heeft. Na den dood van Eduard IV 19 April 1483) deed Richard wel is waar diens zoon Eduard V, ten wiens behoeve hij zich met het regentschap belastte, tot Koning uitroepen, maar koesterde tevens het voornemen, zelf zich meester te maken van de kroon. Tot dat oogmerk bragt hij den hertog van Buckingham, een gezworen vijand der Koningin, aan zijne zijde, aanvaardde den titel van Protector en Defensor des Rijks, wist op den 13den Junij de aanhangers des Konings door een staatsstreek onschadelijk te maken, dwong de Koningin, om hem ook haren tweeden zoon Richard van York uit te leveren, liet daarna de beide broeders in den Tower opsluiten, verklaarde op den voor de krooning bestemden dag, dat zij bastaarden waren, en deed zelf zich door eene volksvergadering tot Koning uitroepen.
Den 6den Julij 1483 volgde zijne krooning en weinige dagen daarna werden de beide Prinsen in den Tower vermoord, waarschijnlijk door hen onder bedden te doen stikken De dood van Eduard en zijn broeder werd eerst bekend gemaakt, toen er eenigen tijd daarna twist, ontstond tusschen Richard en Buckingham. Deze laatste knoopte onderhandelingen aan met. de koningin-weduwe Elizabeth met het doel om hare oudste dochter, desgelijks Elizabeth genaamd, in het huwelijk te doen treden met den graaf van Richmond en dezen tot koning te verheffen. Dit plan echter werd aan Richard verraden en Buckingham onthoofd, terwijl Richmond naar Frankrijk ontsnapte. Nu riep Richard den 23sten Januarij 1484 het Parlement bijeen, liet door dit ligchaam zijn regt op den troon erkennen, poogde zich te verzoenen met het Huis York en vroeg, nadat zijne eerste gemalin Anna Nevil, weduwe van den zoon van Hendrik IV, den 11den Maart 1485, zooals het gerucht vermeldt, aan vergif, haar door haren gemaal toegediend, overleden was, de hand der oudste dochter van de koningin-weduwe Elizabeth. Zij was hem niet ongenegen, maar het plan kwam niet tot uitvoering; immers de vijanden des Konings bewerkten eene omwenteling, en Hendrik Tudor, graaf van Richmond, landde reeds den 1sten Augustus 1485 aan het hoofd van 2000 man, die eerlang tot 12000 aangroeiden, bij Milford in Zuid-Wallis. Richard rukte terstond op en stond den 22sten Augustus bij Bosworth met een even zoo sterk leger tegenover zijne vijanden, maar verloor er den slag en het leven, waarna Richmond als Hendrik VII den Engelschen troon beklom.
Richard IV, zie Warleck.
Eindelijk vermelden wij nog:
Richard sans Peur, hertog van Normandië, een zoon van Willem Langzwaard. Hij was geboren in 935, werd in 943 opvolger van zijn vader, moest aanvankelijk zijn hertogdom tegen den Franschen koning Lodewijk van Overzee (Louis d’Outremer) en tegen diens weduwe Gerberga verdedigen, en overleed na eene langdurige en vreedzame regéring in 996 te Fécamp. De sage kent aan dezen moedigen Vorst vele avonturen toe.