beschimpen
beschimpen - Werkwoord 1. (ov) met scheldwoorden overladen ♢ Hij werd beschimpt en bespot. Woordherkomst afgeleid van schimpen met het voorvoegsel be-
Wiktionary (2019)
beschimpen - Werkwoord 1. (ov) met scheldwoorden overladen ♢ Hij werd beschimpt en bespot. Woordherkomst afgeleid van schimpen met het voorvoegsel be-
M. J. Koenen's (1937)
beschimpte, h. beschimpt (bespotten met het doel te beledigen; smadelijk bejegenen, uitschelden).
Jozef Verschueren (1930)
(bə'schimpən) (beschimpte, heeft beschimpt) met schimp bejegenen : iemand -. Syn. →: beledigen.
J.H. van Dale (1898)
BESCHIMPEN, (beschimpte, heeft beschimpt), hoonend bespotten; bescheiden, belasteren. BESCHIMPER, m. (-s). BESCHIMPING, v. (-en), hoonende spot, smadelijke bejegening, laster. BESCHIMPSTER, v. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: