Ree (Cervus Capreolus) is de naam van een dier van het geslacht der Herten. Het is veel kleiner dan het gewone hert en bereikt eene hoogte van ongeveer 6 Ned. palm. De kleur van het haar is des zomers bruinrood en des winters bruinachtig grijs. Het heeft geene hoektanden in de bovenkaak, en de staart is onder de huid verborgen.
De bok heeft een kort gewei met niet meer dan 3 takken. In de zevende maand na zijne geboorte verschijnen de hoornen in de gedaante van spitsen; zij vormen in het tweede jaar een gaffel en in het derde jaar een gewei met 3 spitsen. De reegeit heeft, evenals de hinde, geen hoornen. Deze sierlijke, vlugge dieren leven in troepen van niet meer dan tien stuks in de bosschen en begeven zich des nachts naar het veld. Eene reegeit werpt gewoonlijk 2 kalven. Het voedsel der reeën bestaat uit gras, kruiden en spruiten, en het reevleesch is als wildbraad zeer gezocht. Witte en bonte reeën zijn zeldzaam. De ree leeft in geheel Europa en was in vroegeren tijd in ons land een zeer gewoon wild, hetwelk thans nog voorkomt in de provinciën Gelderland en Utrecht.
