Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kruis

betekenis & definitie

Kruis (Het) was bij de Ouden een werktuig tot voltrekking der doodstraf en bestond uit één paal, waaraan de veroordeelde vastgehecht of gespietst (impalatio) werd, of uit 2 palen, op de volgende 3 wijzen zamengevoegd: +, T X (crux immissa, commissa en decussata). In dit geval waren de bestanddeelen het eigenlijke kruis (crux) en de dwarsbalk (patibulum) tot vasthechting der armen. Men zegt, dat de straf der kruisiging door Tarquinius Superbus is ingevoerd; zij werd voor hoogst onteerend gehouden, zoodat men haar alleen op slaven en veroordeelden uit de geringste volksklasse toepaste. De gekruisigde overleed niet aan doodelijke wonden, maar aan uitputting, door de marteling veroorzaakt.

Doorgaans werd aan het kruis eene plaat (album) vastgemaakt, waarop de naam des veroordeelden en zijne misdaad waren vermeld. Omdat de stichter der Christelijke godsdienst aan het kruis stierf, werd dit laatste een gewijd teeken voor zijne volgelingen. De gewoonte, om tot gedachtenis van Jezus een kruis te maken, kwam reeds in de 3de eeuw onzer jaartelling in zwang. Keizer Constantijn de Groote deed, nadat hij met het teeken des kruises de overwinning op Maxentius behaald had, op openbare pleinen, in paleizen en kerken kruisen plaatsen, en reeds in dien tijd stelde men een kruis aan den ingang der woningen, om aan te duiden dat er Christenen woonden. Ook gaf men later aan de meeste kerken den vorm van een kruis.

Vooral echter werd het kruis een voorwerp van hulde, toen keizerin Helena, volgens hare verzekering, het echte kruis van Jezus te Jerusalem gevonden en een gedeelte daarvan naar Constantinopel overgebragt had. Van dien tijd af werd aan de reliquieën van dat kruis een wonderdadig vermogen toegekend; men plaatste voorts kruisen op altaren of schilderde ze op vaandels en wapens. Keizer Heraclius waande, dat hij het palladium des rijks heroverd had, toen hij het te Jerusalem bewaarde gedeelte van het kruis bemagtigde. De zucht om reliquieën te bezitten bevestigde den waan, dat men het kruis van Christus kon verdeelen zonder het te verkleinen, en men vereerde overal en in de eerste plaats het kruis met het daaraan vastgehechte beeld van Jezus, terwijl men dit geheel met den naam van crucifix bestempelde. Nog altijd wordt het kruis door vele Christenen beschouwd als een wapen tegen booze geesten, heksen en toovenaars en om die reden op de deuren geschilderd.

Het kruis vervult ook in de staat- en wapenkunde eene belangrijke rol. Van ouds onderteekenen zij, die niet kunnen schrijven,de stukken, die hun onderschrift vereischen, met een kruis. In de wapen- en penningkunde bestond het kruis reeds vóór de stichting van het Christendom, doorgaans in de vormen van crux immissa en decussata. Dit laatste wordt ook Bourgondisch kruis of Andréas-kruis genaamd, omdat de heilige Andréas aan een dergelijk kruis den marteldood stierf. Voorts heeft men nog het leliënkruis, wanneer de balken in leliën eindigen, het ankerkruis, wanneer de balken 4 ankers vormen, alsmede het kruis, waarbij elk balkuiteinde met een dwarshout of ook met een kruis voorzien is. Nog andere vormen van het kruis heeft men op de munten der Oost-Romeinsche keizers, zooals het hoogkruis, wanneer de dwarsbalk hoog is geplaatst, het Antoniuskruis met den dwarsbalk boven op den dwarspaal enz. Het patriarchale kruis telt 2 en het pauselijke 3 dwarsbalken.