Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kruisbek

betekenis & definitie

Kruisbek (Loxia curvirostris) is de naam van een zangvogel, die zich onderscheidt door eene korte, gedrongene gedaante en vooral door zijn zonderlingen bek, wiens kaken aan de punt kruiselings over elkander zijn gebogen. Hij is zoo groot als een spreeuw. Het volwassen mannetje is kersrood van kleur, met donkerbruine slag- en staartpennen en evenzoo gekleurde bovendekvederen van den staart. Het volwassen wijfje is olijfkleurig groen met eene gele tint, terwijl de vleugels en staartpennen donkerbruin en geelachtig omzoomd zijn.

De jongen zijn grijs met eene gele tint. Bij allen is de bek donker hoornkleurig en de iris der oogen bruin. Wij geven hierbij eene afbeelding van het volwassen mannetje.De kruisbek komt in ons land voor,— wijders in geheel Europa, Siberië en Japan. Hij voedt zich vooral met de zaden van pijnboomen, in wier hooge toppen hij reeds in den aanvang des jaars zijn nest bouwt. Dit laatste is onder wijder dan boven en kunstig met verwarmende wol bekleed. Daarin legt het wijfje 3 groenachtige eijeren, die aan het stompe uiteinde met roode stipjes zijn versierd. Behalve dezen kruisbek kent men in ons Vaderland nog 2 andere soorten, namelijk L. pytiopsittacus en L. bifasciata.

< >