Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Geit

betekenis & definitie

Geit (Capra L.) is de naam van een geslacht van herkaauwende zoogdieren, hetwelk zoowel de eigenlijke geiten als de schapen omvat. Beide hebben onvertakte, hoekige, op verschillende wijze gebogen horens, op een beenachtig uitsteeksel van het voorhoofdsbeen geplaatst en voorzien van holten, welke met die van het voorhoofdsbeen gemeenschap hebben. Het verschil, dat tusschen geiten en schapen bestaat, is hierin gelegen, dat de eerste, althans die van het mannelijk geslacht (de bokken), een baard of sik dragen, welke bil de laatste ontbreekt, — dat de streek tusschen de oogen en de neusgaten bij de geiten doorgaans vlak of hol, en bij de schapen bol is, — en dat de punten der horens bij de geiten naar achteren gerigt zijn, en bij de schapen naar voren.

Men verdeelt de geiten weder in steenbokken (zie aldaar) en in eigenlijke geiten. Van deze laatste noemen wij in de eerste plaats de wilde geit (C Aegagrus), van welke de overige, als verscheidenheden, afkomstig schijnen te wezen. De wilde geiten houden haar verblijf in het gebergte in Perzië en dragen er den naam van paseng. De mannetjes hebben groote, de wijfjes kleine of in het geheel geene horens. In de maag dezer dieren vindt men de bezoar-steenen (zie Bezoar).

Van de gewone geit of bok (C. Hircus L.) heeft men vele verscheidenheden, die in gestalte, kleur, haar en zelfs getal van horens van elkander afwijken. De angora-geit uit Klein-Azië draagt wit, lang en fijn haar, lange schroefvormige horens en lange, nederhangende ooren. Men weidt ze in groote kudden in de omstreken van Angora, en van het haar vervaardigt men de zoogenaamde kemelsharen stoffen. — De geit van Thibet is beroemd wegens hare keurig fijne wol, die tot het maken van kasjmiren stoften dient; de eigenlijke kasjmirgeit is grijs en heeft korte ooren. Zij is in 1818 met goed gevolg naar Frankrijk en vervolgens naar Engeland overgebragt. — De geit van Guinéa is zeer klein en heelt achteroverliggende horens. — Geitenmelk komt in scheikundige zamenstelling sterk overeen met die der vrouwen, zoodat ze, als voedsel voor zuigelingen, boven koemelk de voorkeur verdient.