Wat is de betekenis van Geit?

Het begrip geit heeft 6 verschillende betekenissen: 1) klein melkgevend hoefdier. zoogdier dat behoort tot de evenhoevigen, met een schofthoogte van ongeveer een meter, met een kenmerkende puntige sik onder de kin en vaak met horens, en dat over nagenoeg de hele wereld als huisdier wordt gehouden omwille van de melk en in vele landen ook het...

1) (1914) (sold. K.M.A.) schertsend voor een mak paard. Syn.: canapé*; koei*. • (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914) • Hij stak een bezemsteel tussen z'n benen en gaf z'n knol de sporen: 'Hort!... Hort!... Sakkerjen, wat een paradegeit!' (Willem van Iependaal...

Zie Gerard Vgl. Gait.

geit - Zelfstandignaamwoord 1. (zoogdieren) Capra aegagrus hircus een evenhoevig zoogdier ♢ Zij hebben een geit geadopteerd. 2. (scheldwoord) een scheldwoord voor een vrouw ♢ Wat is dat een stomme geit, zeg! 3. een benaming voor een grappig eigenaa...

Geit - aan de KMA destijds de term voor een mak paard.

geit - zelfstandig naamwoord 1. herkauwend dier met horens en een sik ♢ de geit staat aan een touw in de berm van de weg 1. vooruit met de geit! [kom op, we gaan beginnen!] 2. d...

Slachtvlees. Geitenvlees komt overeen met schapenvlees, doch is minder vet. Voor de bereiding is alleen het jonge dier geschikt. Oudere dieren worden verwerkt tot ragouts of worstbereiding. In Nederland wordt het bereiden van geitenvlees veelal toegepast in de Islamitische en Mohammedaanse keuken. Van geitenmelk wordt de bekende en diverse soorten...

deux-chevaux, 2-CV, eend Als ze nu nog in een Ligier zat, of in een oude geit, maar nee, ze zat in een 4x4. (Het Belang van Limburg) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 1

eend (Citroën 2CV)