Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Davos

betekenis & definitie

Een dal der Rhaetische Alpen in het kanton Graauwbunderland, was tot in 1848 een der 26 zelfstandige gemeenebestjes van Graauwbunderland.

Het strekt zich over eene lengte van 4 of 5 uren gaans noordoostwaarts uit van het kleine Meer van Davós tot aan het dal der Albula.

Het telt in eenige dorpen nog geen 2000 inwoners, die zich meerendeels met de veeteelt bezig houden. Het merkwaardigste dorp is Am Platz, in de 15de eeuw de hoofdplaats van den Zehngerichtsbund; men vindt er een deftig raadhuis, eenige oude wapens enz., — ook is er eene inrigting ter genezing van teringlijders. Van het spoorwegstation Landquart, niet ver van Chur, vertrekken dagelijks snelwagens in 7 ¾ uur door Prättigau naar Davos. — Het dal is in 1233 door jagers van den vrijheer von Vatz ontdekt; deze deed er 12 boerenplaatsen in bouwen, die hij den ontdekkers tot woning aanwees. Na vele lotsverwisselingen kwamen de inwoners van Davos onder Oostenrijksche heerschappij, waarvan zij zich echter loskochten in 1649. Thans behoort het dal tot bovengenoemd kanton.

< >