Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Davoust

betekenis & definitie

Davoust (Louis Nicolas), hertog van Auerstädt, prins van Eckmühl en maarschalk van het Fransche Keizerrijk.

Davoust was geboren den 10den Mei 1770 te Annoux in Bourgondië, bevond zich te gelijk met Bonaparte op de Militaire School te Brienne, en werd in 1788 luitenant der cavalerie, doch kort daarna wegens insubordinatie ontslagen. Na den noodlottigen 10den Augustus 1792 werd hij door de Conventie benoemd tot chef van een bataljon vrijwilligers, waarmede hij deel nam aan de veldtogten in 1792 en 1793 onder Dumouriez. Toen het bleek, dat laatstgenoemde afvallig werd, deed Davoust op hem vuren en verspreidde eene krachtige proclamatie, — ’t geen aanmerkelijk bijdroeg tot zijne bevordering. In Junij 1793 werd hij generaal, en schoon hij, als van adellijken stam, in Augustus zijn ontslag kreeg, zag hij zich den 9den Thermidor weder in zijn rang hersteld, waarna hij met de Moezel-armée, en. in 1795 onder Puchegru met de Rijn-armee te velde toog. Nadat hij te Manheim gevangen genomen, doch kort daarna uitgewisseld was, diende hij in 1796 onder Moreau, vergezelde in 1798 Bonaparte in Egypte, en vond er gelegenheid, om zich als bevelhebber te onderscheiden. Onder Desaix commandeerde hij de cavalerie gedurende den togt naar Opper-Egypte, en streed bp Aboukir aan de zijde van Bonaparte, aan wien hij met groote gehechtheid verbonden was. In 1800 keerde hij met Desaix naar Frankrijk terug, en zag zich door Bonaparte tot divisie-generaal en bevelhebber der cavalerie van het Italiaansche leger, in 1801 tot chet der grenadiers te voet van de Consulaire garde, en na de stichting van den keizerstroon tot maarschalk des Rijks en grootkruis van het Legioen van Eer, alsmede tot generaalmajoor der Keizerlijke garde benoemd.

Gedurende den veldtogt van 1805 voerde hij bevel over het 3de corps, waarmede hij bij Austerlitz op den regtervleugel den vijand tegenhield. De slag bij Auerstädt, in 1806 door hem gewonnen, bezorgde hem den hertogstitel. In den oorlog met Oostenrijk in 1809 streed hij wederom aan het hoofd van het 3de corps, bevorderde de overwinning bij Eckmühl, doch kon wegens vernieling der bruggen over de Donau geen deel nemen aan den slag bij Aspern. Daarentegen besliste zijne beroemde krijgsbeweging bij Wagram aldaar de overwinning. Na den vrede werd hij prins van Eckmühl, in 1811 gouverneur-generaal van het departement der Monden van de Elbe, voerde bevel over de Fransche troepen in Duitschland, en in 1812, in den Russischen veldtogt, over het 1ste corps. Na den rampspoedigen terugtogt organiseerde hij zijne troepen in Saksen, deed er in Maart 1813, bij de nadering der Verbondene Mogendheden, de bruggen over de Elbe bij Meiszen en Dresden in de lucht vliegen, en trok naar de beneden-Elbe, waar hij Hamburg aan den Russischen generaal Tettenborn ontrukte en er onder den titel van gouverneur-generaal der 32ste militaire divisie met onverbiddelijke gestrengheid zijn gezag handhaafde. Hij vorderde er eene oorlogsschatting van 48 millioen francs, deed er de bank met eene kas van bijna 7 ½ millioen mark banco in beslag nemen, tegen het einde des jaars meer dan 30000 mensehen uit de stad verdrijven en de huizen van meer dan 8000 in brand steken, ’t geen hem den naam bezorgde van „Hamburgsche Robespierre”. Eerst' na den val van Napoleon verliet hij Hamburg op last van Lodewijk XVIII den 31sten Mei 1814, nadat hij door ziekte en gebrek een groot gedeelte zijner troepen verloren had.

Gedurende de eerste Restauratie bleef hij ambteloos, doch na Napoleons terugkeer van Elba werd hij minister van Oorlog. Toen de Verbondene Mogendheden na den slag bij Waterloo oprukten naar Parijs, nam hij op zich, aan het hoofd van 60000 man die stad te verdedigen; doch sloot reeds den 3den Julij 1815 eene militaire conventie met Blücher en Wellington, ingevolge welke hij het Fransche leger deed terugtrekken achter de Loire. Hij onderwierp zich vervolgens aan het gezag van Lodewijk XVIII, spoorde ook het leger aan tot onderdanigheid, en droeg op bevel des Konings het commando over aan den maarschalk Macdonald. De Bourbons stelden dat gedrag op prijs, want hij werd in 1817 in zijn rang hersteld en in 1819 tot pair benoemd. Hij was gehuwd met Aimée, eene zuster van den bekenden generaal Le Clerc, en overleed den 1sten Junij 1823, waarna zijn vermogen en titels overgingen op zijn zoon. Davoust onderscheidde zich door een vast karakter en door persoonlijken moed, doch zijne militaire gestrengheid grensde aan breedheid.

< >