Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bison

betekenis & definitie

Bison, (Bos americanus Gm.) is de naam van den Amerikaanschen buffel. In de onafzien­bare Prairieën en Savannen van Noord-Amerika, Mexico en Texas tot bijkans aan Canada (69° NB.) zwerven zulke dieren in het wild, wel eens in kudden van 20000 stuks, en wor­den er gejaagd door Indianen en Blanken, door beren en wolven, terwijl zij achterwaarts wijken voor de toenemende kolonisatie, hen van hunne weilanden berooft en met kruid en lood bestookt. De bison heeft een woest en schrikwekkend voorkomen, hetwelk vooral ontstaat door de onevenredige verhouding van het voorste en achterste gedeelte zijns ligchaams.

Zijn groote kop is voorzien van een dikken baard en eene groote kuif, van korte, sterke, S-vormig gebogene horens en van kleine fonkelende oogen met roode randen; zijn breede borst is met lange manen bedekt; zijne beenen zijn kort, en zijn achterlijf is dun en mager en met glad en kort haar bezet; zijn korte staart eindigt in een knoest. Zijne huid is losser dan die van het tamme rund en niet geschikt voor zoolleder, maar wel voor jagtbuizen, voor bovenleer, voor riemen enz. De grootste stieren zijn wel eens 10 Ned. centenaars zwaar; zoo een is voorgesteld in bijgaande afbeelding.

De stieren leven een groot gedeelte des jaars in afzonderlijke troepen, maar er bevinden die zich toch bij elke kudde koeijen en kalveren eenige oude stieren, die tot bewakers dienen. In het voorjaar strijden de stieren met vreeselijke woede om het bezit der koeijen. Voor de jagers nemen zij in overhaasting de vlugt, steeds bij elkander blijvende, en wee dengene, die zich op hunnen weg bevindt zonder te kunnen ontwijken, — hij wordt door duizen­den verpletterd! De stier durft den strijd tegen den wolf en den beer zeer goed aanvaarden en blijft gewoonlijk overwinnaar. Komt er eene bende van deze roofdieren opzetten, dan plaatsen de koeijen zich in een kring, waarin zich de kalveren bevinden, terwijl de stieren daarbuiten als tirailleurs werkzaam zijn. Is de bison gewond, dan komt hij met blinde woede af op man en paard, en strijdt met de uiterste wraakzucht en verbittering. Het is tot nu toe niet gelukt, den bison te temmen.

Doorgaans zoekt men zich door list van den bison meester te maken. De jagers vermom­men zich op de zonderlingste wijze, zoodat de wachthebbende bul hen met verbazing aan­gaapt. Zeer in zwang is ook de parforce-jagt te paard en met honden; men zoekt eenige dieren van de kudde te scheiden, waarna deze voor den kogel, de lans of den lasso moeten bezwijken. Het is te voorzien, dat de bisons evenzeer in Amerika zullen worden uitge­roeid, als de oer-ossen in Europa.

Het vleesch van den bison is veel grover en taaijer dan dat van het tamme rund, en het daarvan vervaardigde pemmïkan (strooken vleesch, die in den rook zóó gedroogd en gedord zijn, dat zij fijngewreven kunnen worden) is een gebrekkig voedsel, schoon het als teerkost den reiziger door de uit­gestrekte prairieën zeer te stade komt. De gerookte tong van den bison is in geheel Noord-Amerika algemeen gezocht (zie voorts onder Buffel).

< >