Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bathori

betekenis & definitie

Bathori is de naam van een oud-adellijk, later vorstelijk geslacht in Siebenbürgen.

De stamvader Wenzelin was de kleinzoon van den Duitschen ridder Stephanus de Heilige en verwierf door zijne dappere daden om­streeks het jaar 1010 uitgestrekte goederen in Hongarije.

Later verdeelde zich de stam in twee takken, Somljo en Etséd genaamd.

Stephanus II Bathori, woiwode van Sieben­bürgen en overwinnaar der Turken, overleed in 1494, — Ladislaus Bathori, een geeste­lijke, was in het midden der 15de eeuw de vervaardiger van de eerste bijbelvertaling in het Hongaarsch, — Stephanus III, bevelhebber van Temesvar, een tegenstander van Zapolya en een getrouwe verdediger van koning Ferdinand I, overleed in 1531, — zijn zoon Stephanus IV werd eerst vorst van Sieben­bürgen en vervolgens koning van Polen (1575), waarna zijn oudere broeder Christoffel Bathori hem in eerstgemelde waardigheid opvolgde en in 1581 overleed, — Sigismund, de zoon van laatstgenoemde, die zijn vader opvolgde, zijn gezag bevestigde door zijn tegenstanders, waaronder zich zijn neef Balthasar bevond, ter dood te doen brengen, en met afwisselenden voorspoed oorloogde tegen de Turken, terwijl hij zich zelfs tegen den Keizer van Oostenrijk durfde verzetten, stierf in 1613.

Gabriël, een neef van dezen, en geboren in 1587, werd opgevoed door Stephanus Bathori, den laatste uit de Etséd-lijn. Toen Sigismund in 1608 vrijwillig afstand deed van de vorstelijke waardigheid in Siebenbürgen, werd deze door de Standen opgedragen aan Gabriël.

Deze gaf weldra blijken van een wreedaardig en heerschzuchtig karakter.

Reeds in 1610 werd eene zamenzwering tegen hem gesmeed onder de leiding van den kanselier Stephanus Kendi en Balthasar Korni, die hij schandelijk beleedigd had.

De aanslag werd echter ontdekt, en de vorst deed de hoofdpersonen, die zich niet uit de voeten hadden gemaakt, op eene gru­welijke wijze ter dood brengen. In 1611 deed hij een inval in Walachije, veroverde er de hoofdstad Tergowisjt, verdreef den Woiwode en verlangde van de Porte diens waardigheid voor zich zelven; hij vond echter geen ge­hoor.

Nu keerde hij naar Siebenbürgen terug en koesterde het voornemen, om zich van Kronstadt meester te maken. De burgers van deze stad boden echter wederstand en riepen

den Woiwode van Walachije met een leger te hulp. Den 9den Julij 1611 werd hij bij Petersburg geslagen, verloor 6000 man, en had naauwelijks gelegenheid, om zich met de vlugt naar Hermannstadt te redden.

Inmiddels had Matthias, koning van Hon­garije, door onderscheidene edelen beleedigd, zijn veldheer Sigismund Forgacs uitgezonden, om zich voldoening te verschaffen. Laatst­genoemde veroverde onderscheidene vaste plaatsen en belegerde vervolgens met den Woiwode van Walachije Hermannstadt, waar Gabriël Bathori zich bevond.

Intusschen na­derden Turksche hulptroepen tot ontzet van dezen, zoodat de belegeraars na verloop van 6 weken moesten afdeinzen en naar Kronstadt trekken. Deze vesting , nu door Gabriël be­legerd, verdedigde zich dapper gedurende 1612. Gabriël gedroeg zich als een afschuwe­lijke dwingeland.

Hij vermoordde met eigen hand zijn generaal Nazy en verspreidde schrik en ellende om zich heen, zoodat de Porte besloot, hem van zijne waardigheid te berooven, en twee legercorpsen naar Siebenbürgen deed oprukken. Nu nam Gabriël de wijk naar Groszwardein, maar hij werd er omgebragt op den 27sten October 1613 door Johann Szilässy en Gregorius Naddanyi.

Eindelijk noemen wij van de leden van dit geslacht Elisabeth Bathori, de gemalin van den Hongaarschen graaf Nadasdy. Zij is be­rucht geworden wegens hare voorbeeldelooze wreedheid, daar zij jonge meisjes door een ouden dienaar en twee dienstmaagden in haar kasteel liet lokken en ze dan met de vreeselijkste martelingen teisterde totdat zij dood waren. Die gruwelen werden eindelijk open­baar, en de palatijn George Thurzo betrapte in 1610 de gravin op heeter daad.

Het bleek, dat reeds 650 personen als offers harer wreed­heid waren bezweken. De dienstknecht werd onthoofd en het tweetal dienstmaagden levend verbrand, maar het afschuwelijke monster met eene verwonderlijke toegevendheid be­handeld. Men veroordeelde haar tot levens­lange opsluiting in haar kasteel Csej, waar zij in 1614 overleed.

< >