Barbaroux (Charles Jean), één der uitstekendste Girondijnen uit den tijd der groote Fransche omwenteling, werd geboren te Marseille in 1767. Bij het uitbarsten der revolutie was hij advocaat in zijne geboorteplaats en redacteur van den “Observateur Marseillais.” Het stedelijk bestuur benoemde hem tot secretaris en hij bekleedde dat ambt op eene loffelijke wijze. Toen de Wetgevende Vergadering plaats maakte voor de Constituante, werd Barbaroux met den afgevaardigde van het departement “Bouches du Rhône” als een buitengewoon agent voor Marseille naar Parijs gezonden, waar hij als een ijverig voorstander der revolutie werkzaam was.
Hij besefte, dat het Hof op eene contra-revolutie bedacht was, zoodat hij zich aansloot bij den afgetreden minister Roland. Op den 10den Augustus bevond hij zich in de gelederen van hen, die den troon deden vallen, maar tevens redde hij op dienzelfden dag het leven van onderscheidene Zwitsers, tegen wie hij eerst gewapend was opgetrokken. Roland, in het ministerie hersteld , benoemde hem tot zijn secretaris, maar Barbaroux bedankte voor die betrekking en keerde naar zijne geboorteplaats terug, vanwaar hij weldra naar de Nationale Conventie werd afgevaardigd. Toen schaarde hij zich aan de zijde der Girondijnen en verzette zich met bewonderenswaardige standvastigheid tegen de bloeddorstige mannen van het Schrikbewind. Hij stemde vóór den dood des Konings, maar onder voorbehoud van beroep op het volk. Hij streed zoowel tegen het misbruik der vrijheid en tegen de willekeur der volksmenners, als tegen het koningschap. Met zijne staatkundige vrienden werd hij op den 31sten Mei 1793 als koningsgezinde en vijand der Republiek ter dood veroordeeld, en zij namen de wijk naar het departement de la Gironde, waar Guadet hun veiligheid beloofde. Hier verzamelden Barbaroux en zijne medestanders een klein leger, om de vrijheid der Nationale Conventie te handhaven.
Zijne vijanden behielden echter de overhand en ter naauwernood konden de vlugtelingen St. Emilion bereiken, waar een bloedverwant van Guadet hen in een kelder verborg. Doch ook deze schuilplaats moesten zij weldra verlaten; zij dwaalden in die omstreken rond en hielden zich verborgen bij een zekeren Troquet. Toen zij ook van hier de wijk moesten nemen, ontwaarden zij een aantal menschen, die zij voor vervolgers hielden , en Barbaroux deed eene poging, om zich met een pistool te dooden.
Dit mislukte; hij werd gegrepen, voor de omwentelings-regtbank te Bordeaux gebragt en, schoon reeds half dood, met Guadet en Salles op den 25sten Junij 1793 aldaar geguillotineerd. Hij heeft onderscheidene kleine geschriften uitgegeven. Sommige zijn van staatkundigen inhoud en ademen eene reine en vurige vaderlandsliefde. Ook heeft hij in de laatste dagen van zijn leven “Mémoires” opgesteld, maar deze zijn grootendeels verloren gegaan.