Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Omwenteling

betekenis & definitie

Omwenteling noemt men in de eerste plaats de draaijing van een hemelligchaam om zijne as, welke bijv, bij onze aarde in een etmaal plaats heeft en de oorzaak is der afwisseling van dag en nacht. — Voorts geeft men dien naam aan eene geschiedkundige gebeurtenis, waarbij in een Staat een bestaande orde van regéring opgeheven en door eene andere vervangen wordt. Elke regéringsvorm is de vrucht van den tijd zijner instelling en alsdan bevredigend voor de behoeften der ingezetenen van een land. Die behoeften echter veranderen bij toenemende welvaart en ontwikkeling, en indien de regéringsvorm niet meegaat met dien algemeenen stroom, zal hij eerlang verouderd zijn en niet meer beantwoorden aan de gewijzigde behoeften. Wanneer de weinige magthebbers alsdan dien ouden vorm handhaven, moet er weldra eene botsing komen tusschen hen en het volk, dat zich in zijn regtmatig verlangen naar een beteren staatsvorm gedwarsboomd ziet, en wat langs vreedzamen weg had kunnen geschieden, komt nu tot stand door het geweld der massa, en de omwenteling is daar.

Bij al de schrikwekkende omstandigheden, waarbij het langgetergde volk vaak eene omwenteling tot stand bragt, is de omwenteling toch altoos een blijk van vooruitgang, — een bewijs, dat men met het oude niet langer tevreden is, maar iets beters verlangt. Men onderscheidt de omwentelingen van de vrijheidsoorlogen, zooals die van onze vaderen tegen Spanje, van de Amerikanen tegen Engeland enz. De eigenlijke omwentelingen geschieden in den Staat, zonder dat daarmede het buitenland gemoeid is, en hebben betrekking op den regéringsvorm. Omwentelingen hadden plaats bijv. in Engeland 1649 en 1688, — in Frankrijk in 1789, 1830 en 1848, —in ons Vaderland in 1672 en 1795 enz. Zie de geschiedenis van die verschillende landen.