Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bakunin

betekenis & definitie

Bakunin (Michaël), de Russische volks­menner der jaren 1848 en 1849, werd gebo­ren in 1814 te Torsjok in het gouvernement Twer. Hij behoorde tot eene rijke adellijke fa­milie, zoodat hij eene uitstekende opleiding ontving. Maar juist hierdoor kwam hij tot vrijzinnige denkbeelden, die weinig strook­ten met de gesteldheid van zijn vaderland.

Zijne bloedverwanten zochten daaraan perk te stellen, door hem tot de krijgsdienst te be­wegen. Nadat hij in 1832 de artillerieschool te St. Petersburg had bezocht, werd hij offi­cier. Voortgezette studiën bevestigden hem echter in het volgen der aanvankelijke rigting. Na lange vruchtelooze pogingen kreeg hij verlof tot het volbrengen eener reis naar Duitschland. Met blijdschap spoedde hij zich over de grenzen en bezocht in de eerste plaats Berlijn (1840). Toen ging hij naar Dresden, waar hij eenigen tijd deelnam aan het gezel­lig verkeer in de aanzienlijkste kringen.

Plotselijk was hij verdwenen en kwam als een staatkundig wijsgeer van radicale kleur we­der te voorschijn, eene herschepping, die vooral door Arnold Ruge bevorderd was. Door dezen aangevuurd, gaf hij zijn eerste werk in het licht, getiteld “De reactie in Duitschland.” Deze pogingen van een vreem­deling, om licht te verspreiden over den toe­stand van Duitschland, maakten over het ge­heel weinig indruk, maar zij wekten te meer de aandacht der Russische agenten, die zich ergerden aan de democratische gevoelens van een onderdaan van den Czaar. Toen Bakunin, doof voor de vertoogen van Russische zijde, begreep, dat zijne veiligheid te Dresden ge­vaar liep, besloot hij, om zich naar Zwitser­land te begeven. Te Zurich werd hij een ijveraar voor de leer van het communismus en soeialismus, zoodat hij weldra als een vijand der Russische regering werd beschouwd en van deze het bevel ontving, om naar zijn vaderland terug te keeren. Het spreekt van zelf, dat Bakunin niet gehoorzaamde, want hij wilde liever, dat zijne goederen verbeurd verklaard werden, dan dat hij als balling naar Sibérië zou trekken. Hij reisde met Karel Vogt naar Italië en vestigde zich vervol­gens te Parijs, waar hij artikels schreef in republikeinsch-gezinde dagbladen en weldra bij de mannen van die kleur hoog stond aan­geschreven. Hij genoot er den omgang van George Sand (Mad.

Dudevant), en eene merk­waardige redevoering, door hem in 1847 ge­houden op den gedenkdag der Poolsche re­volutie (30 Nov. 1830), baarde algemeen op­zien. Rusland eischte zijne uitlevering, en het Fransche ministérie meende geen weer­stand te kunnen bieden aan dien drang. Door zijne vrienden gewaarschuwd, nam Bakunin de vlugt naar Brussel, achtervolgd door steekbrieven, waarin eene premie van 10000 zil­veren roebels op zijn hoofd werd gesteld. Tijdens de revolutie van 1848 was Bakunin in Duitschland en men zag hem, als kon hij zich vermenigvuldigen, op de voornaamste plaatsen, waar het vuur van den opstand uitbarstte. Gelijk Mazzini voor het idee der Italiaansche volksvrijheid, zoo ijverde Baku­nin voor het denkbeeld van een Europeesch Slawenrijk, hetwelk hij met de omwenteling in verband bragt. Kort na de stormachtige dagen van Maart, bevond hij zich te Ber­lijn, en van hier begaf hij zich naar het Slawen-congres te Praag. De vijanden van Duitschland vonden in deze vergadering in hem een hevigen tegenstander, want hij door­zag het zeer goed, dat de scheiding der Duitsche en Slawische élementen de vernie­tiging na zich zou slepen der beweging in Oostenrijk.

Hij schreef eene brochure, geti­teld “Roepstem tot de Slawen”, waarin hij niet alleen allen tot de revolutie opriep, maar tevens hevige smaadredenen uitsprak tegen de Russisehe en Oostenrijksche rege­ring. Een tweede “Roepstem” werd tot hen gerigt, toen de Russische en Oosterijksche legers den opstand in Hongarije bestreden. Nadat deze gedempt was, ontving hij bevel om zich uit Praag te verwijderen, en naar Breslau reizende, ondervond hij aldaar hetzelfde lot. Nu spoedde hij zich naar Berlijn, nam er deel aan de democratische bewegingen, en wachtte op de uitbarsting eener revolutie in Polen. Ook het verblijf in Pruissen werd hem ver­boden, en hij vertoefde achtereenvolgens te Dessau, te Köthen en te Leipzig. In het be­gin van Maart 1849 was hij te Dresden, waar hij onder verschillende namen bij zijne vrienden zijn intrek nam. Hier en te Leip­zig had hij alles zoeken voor te bereiden voor eene revolutie, die tegelijk in Saksen, Baden en de Pfalz zou uitbarsten.

Te Dres­den was men te haastig, en hierdoor wer­den zijne berekeningen verijdeld. Nadat de zaak te Dresden mislukt was, ging hij met het voorloopig bestuur naar Chemnitz, om aan den opstand uitbreiding te geven. Hier werd hij door de burgers gevat en naar Dres­den gebragt, waar hij eerst in de kazerne bewaard werd. Weldra echter bragt men hem naar Königstein. Na een langdurig proces werd in Januarij 1850 het doodvonnis over hem uitgesproken, maar in levenslange tucht­huisstraf veranderd.

Intusschen hadden Oos­tenrijk en Rusland op uitlevering aangedron­gen, en daar de regering van eerstgenoemd rijk zich verbond, om het Saksische vonnis ten uitvoer te leggen, bijaldien het bleek, dat de overtredingen, waarvan men hem in Oostenrijk beschuldigde, niet bewezen kon­den worden, nam men het besluit, om den veroordeelde ter beschikking van dat Kabinet te stellen. Hij werd uitgeleverd den 13den Junij 1850 en eerst op het Hradschin te Praag, vervolgens te Olmütz gevangen gezet. Hier veroordeelde men hem desgelijks ter dood, terwijl vervolgens dat vonnis tot eene levenslange tuchthuisstraf werd verzacht. La­ter werd hij uitgeleverd aan Rusland, en het gerucht verspreidde zich, dat hij in den ker­ker was overleden, toen men op eens ver­nam, dat hij uit Sibérië, waar hij sedert 1857 in ballingschap leefde, ontkomen was door eene avontuurlijke vlugt langs de Amoer, over Japan, den Stillen Oceaan, Californië, Panama en New-York, en dat hij van hier Londen bereikt had, de gezegende vrijplaats der politieke vlugtelingen, waar hij zich be­zig hield met het schrijven van “Herinnerin­gen uit zijn leven.”

Zelfs zijne staatkundige tegenstanders moe­ten met bewondering staren op een man, die met zoo veel volharding voor zijne be­ginselen geleden en gestreden heeft.

< >