Vrijplaats
s., frijplak (it), honk (it).
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), wijkplaats, schuilplaats, asyl; — (oudt.) plaats waar men vrij was voor gerechtelijke vervolging : Culemborg en Vianen waren vrijplaatsen.
Jozef Verschueren (1930)
('vrij) v. (-en) 1. wijk-, schuilplaats. 2. Eert. plaats waarheen misdadigers de wijk konden nemen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), (hist.) plaats waar men vrij was voor gerechtelijke vervolging, m.n. godshuizen, kerkhoven en kloosters. In de loop van de tijd is dit asielrecht steeds meer verzwakt, doordat het b.v. beperkt werd tot een bepaalde tijd of niet meer erkend ten aanzien van misdadigers, die al veroordeeld waren. Het Ned. en Belg. recht erkennen dit asie...
J.H. van Dale (1898)
VRIJPLAATS - v. (-en), wijkplaats, schuilplaats ; — (oudt.) plaats werwaarts de misdadigers konden de wijk nemen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: