Arnd of Arndt (Johann), een Protestantsch godgeleerde, werd geboren den 27sten December 1555 te Ballenstädt in den Harz, waar zijn vrome vader, Jacobus Arnd, hofprediker was van den vorst Wolfgang van Anhalt. Hij studeerde te Helmstädt, Wittenberg en Basel en werd in 1588 diaconus te Ballenstädt en in 1584 predikant te Badeborn in Anhalt.
Hier werd hij afgezet wegens zijn tegenstand tegen de afschaffing van het exorcismus (zie onder dit woord) en ging nu als predikant in 1590 naar Quedlinburg, in 1599 naar Brunswijk, en in 1608 naar Eisleben, waar hij tevens het ambt van consistoriaalraad bekleedde, waarna hem in 1611 de betrekking van generaalsuperintendent te Celle werd opgedragen. Hier overleed hij op den 11den Mei 1621. Daar hij in weerwil van zijne bekrompene omstandigheden zeer weldadig was, heette het, dat hij den steen der wijzen gevonden had. Men noemt hem den Fénélon der Protestantsche Kerk. Hij was afkeerig van den hardvochtigen, doordrijvenden, stelselzieken geest der meeste godgeleerden van zijnen tijd en beijverde zich, om de godsdienst op het hart en den wandel toe te passen. Hij was een man der “inwendige zending,” en zijne stichtelijke boeken zijn in verschillende talen overgezet. Zij zijn te zamen in 3 deelen uitgegeven (Leipzig en Görlitz, 1734-1736).